Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
De basistechnieken van het voetbal.
Beginner
|
Gemiddeld
|
Gevorderd
|
Expert
|
|
---|---|---|---|---|
Passen van de bal | Als ik een bal naar een medespeler probeer te spelen, komt deze vaak ver van mijn medespeler vandaan. |
Als ik de bal naar een medespeler speel, hoeft deze zich minimaal te verplaatsen om de bal te kunnen ontvangen. |
Als ik de bal naar een medespeler speel, hoeft deze zich niet te verplaatsen om de bal te kunnen ontvangen. |
Als ik de bal over grote afstand (+- 30 meter) naar een medespeler speel hoeft deze zich niet/nauwelijks te verplaatsen om de bal te ontvangen. |
Aannemen van de bal | Als ik een lage bal probeer aan te nemen, schiet deze vaak alle kanten op. |
Als ik een lage bal probeer aan te nemen, blijft de bal vrijwel altijd dicht bij mij in de buurt. |
Als ik een lage bal aanneem, ligt deze vrijwel altijd in één keer goed voor mijn goede been om de bal direct door te kunnen spelen. |
Ik kan de bal aannemen zoals in niveau 3 beschreven met beide benen. |
Dribbelen en passeren | Als ik probeer te dribbelen, verlies ik regelmatig de controle over de bal. |
Ik kan op lage snelheid dribbelen zonder de controle over de bal te verliezen. |
Ik kan op hoge snelheid dribbelen zonder de controle over de bal te verliezen. |
Ik beheers niveau 3 en ik kan een tegenstander op het verkeerde been zetten door gebruik te maken van basis passeerbewegingen zoals:
|
Schieten | Als ik een bal op doel schiet, gaat deze geregeld mis. |
Als ik een bal op doel schiet, gaat deze vaak raak. |
Als ik een bal op doel schiet, zit er veel kracht achter en gaat deze vaak waar ik 'm mikte. |
|
Als ik een bal naar een medespeler probeer te spelen, komt deze vaak ver van mijn medespeler vandaan.
Als ik de bal naar een medespeler speel, hoeft deze zich minimaal te verplaatsen om de bal te kunnen ontvangen.
Als ik de bal naar een medespeler speel, hoeft deze zich niet te verplaatsen om de bal te kunnen ontvangen.
Als ik de bal over grote afstand (+- 30 meter) naar een medespeler speel hoeft deze zich niet/nauwelijks te verplaatsen om de bal te ontvangen.
Als ik een lage bal probeer aan te nemen, schiet deze vaak alle kanten op.
Als ik een lage bal probeer aan te nemen, blijft de bal vrijwel altijd dicht bij mij in de buurt.
Als ik een lage bal aanneem, ligt deze vrijwel altijd in één keer goed voor mijn goede been om de bal direct door te kunnen spelen.
Ik kan de bal aannemen zoals in niveau 3 beschreven met beide benen.
Als ik probeer te dribbelen, verlies ik regelmatig de controle over de bal.
Ik kan op lage snelheid dribbelen zonder de controle over de bal te verliezen.
Ik kan op hoge snelheid dribbelen zonder de controle over de bal te verliezen.
Ik beheers niveau 3 en ik kan een tegenstander op het verkeerde been zetten door gebruik te maken van basis passeerbewegingen zoals:
Als ik een bal op doel schiet, gaat deze geregeld mis.
Als ik een bal op doel schiet, gaat deze vaak raak.
Als ik een bal op doel schiet, zit er veel kracht achter en gaat deze vaak waar ik 'm mikte.