Turnen/ trampoline: rechtstandig springen klas 1

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Turnen/ trampoline rechtstandig springen klas 1 

Aanloop

Ik stop mijn aanloop voor de trampoline waardoor ik geen voorwaartse snelheid meer heb.

Ik rem tijdens mijn aanloop waardoor ik nog maar minimale voorwaartse snelheid heb.

Tijdens mijn aanloop blijft mijn snelheid constant.

Tijdens mijn aanloop is een duidelijke versnelling te zien.

Afzet voor de Trampoline

Ik stop mijn aanloop voor de trampoline waardoor ik geen snelheid meer heb.

Ik zet te dicht af bij de trampoline waardoor ik mijn voorwaartse snelheid niet kan omzetten in hoogte.

Ik zet ver genoeg voor de trampoline af waardoor ik ruimte heb om mijn voorwaartse snelheid om te zetten in hoogte

Ik zet automatisch ver genoeg af voor de afzet en zet mijn armen in voor de afzet.

Afzet in de trampoline

Ik zet niet met twee voeten tegelijkertijd af in de trampoline

Ik zet met twee voeten tegelijkertijd af in de trampoline

Ik zet met twee voeten explosief af in de trampoline 

Ik zet met twee voeten explosief af en gebruik mijn arm inzet om hoogte te maken

Vormspanning

Ik heb geen vormspanning.

Ik zorg voor enige vormspanning.

Ik heb de vormspanning onder controle.

Gelijk bij de afzet is mijn vormspanning in totale controle.

Landing

Ik heb een instabiele landing, doordat ik teveel voorover buig/ naar beneden kijk tijdens de landing.

Ik heb een stabiele landing, maar buig nog te ver voorover waardoor ik niet stil sta na het landen.

Ik heb een stabiele landing maar sta nog niet in 1 keer stil. (extra hupje of stap)

Ik heb een stabiele landing waarbij ik in 1 keer stil sta.