Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
LPD 7: De leerlingen passen technieken toe voor een correcte lichaamshouding en ergonomische principes toe in verschillende bewegingssituaties.
LPD37: De leerlingen sturen vanuit het reflecteren op sterktes en zwaktes van hun leerproces hun opvattingen, leerproces en leerresultaat bij.
Beginnend
|
Matig
|
Goed
|
Zeer goed
|
|
---|---|---|---|---|
Koprol achterwaarts | Ik rol over mijn zij en durf niet over mijn hoofd te rollen. Ik land op mijn zijkant en kan de beweging niet afmaken. |
Ik begin vanuit hurkzit en maak weinig vaart waardoor ik op mijn scheenbenen land en/of helemaal van de lijn afwijk. Ik rol vaak over één schouder en gebruik mijn handen niet om kracht te zetten. |
Ik begin vanuit stand en maak soms genoeg vaart om in een vlotte beweging achteruit te rollen. Mijn kin is vaak tegen mijn borst en mijn rug is bol. Ik heb mijn handen nodig om mezelf op te duwen |
Ik begin vanuit stand en maak altijd vaart om in een vlotte beweging achteruit te rollen. Mijn beweging is klein en compact en ik geraak zonder mij op te duwen tot in stand. Ik eindig perfect op de lijn en blijf staan zonder achterover of voorover te vallen. |
Koprol voorwaarts | Ik rol over mijn zij en durf niet over mijn hoofd te rollen. Ik land op mijn zijkant en kan de beweging niet afmaken. |
Ik begin vanuit hurkzit en plaats mijn handen juist. Ik plaats mijn kin niet tegen mijn borst en maak mijn rug niet bol genoeg. Ik land op mijn achterwerk of volledig van de lijn. |
Ik begin vanuit stand en kan soms met vaart een koprol maken waarbij ik mijn kin vaak tegen mijn borst houd en mijn houding compact is. Ik kan doorrollen zonder hulp en moet soms mijn armen gebruiken om op te staan. |
Ik begin vanuit stand en kan met vaart een koprol maken waarbij mijn kin op mijn borst zit en mijn houding compact is. Ik rol perfect op de lijn en eindig in stand zonder mij op te duwen. |
Ik rol over mijn zij en durf niet over mijn hoofd te rollen. Ik land op mijn zijkant en kan de beweging niet afmaken.
Ik begin vanuit hurkzit en maak weinig vaart waardoor ik op mijn scheenbenen land en/of helemaal van de lijn afwijk. Ik rol vaak over één schouder en gebruik mijn handen niet om kracht te zetten.
Ik begin vanuit stand en maak soms genoeg vaart om in een vlotte beweging achteruit te rollen. Mijn kin is vaak tegen mijn borst en mijn rug is bol. Ik heb mijn handen nodig om mezelf op te duwen
Ik begin vanuit stand en maak altijd vaart om in een vlotte beweging achteruit te rollen. Mijn beweging is klein en compact en ik geraak zonder mij op te duwen tot in stand. Ik eindig perfect op de lijn en blijf staan zonder achterover of voorover te vallen.
Ik rol over mijn zij en durf niet over mijn hoofd te rollen. Ik land op mijn zijkant en kan de beweging niet afmaken.
Ik begin vanuit hurkzit en plaats mijn handen juist. Ik plaats mijn kin niet tegen mijn borst en maak mijn rug niet bol genoeg. Ik land op mijn achterwerk of volledig van de lijn.
Ik begin vanuit stand en kan soms met vaart een koprol maken waarbij ik mijn kin vaak tegen mijn borst houd en mijn houding compact is. Ik kan doorrollen zonder hulp en moet soms mijn armen gebruiken om op te staan.
Ik begin vanuit stand en kan met vaart een koprol maken waarbij mijn kin op mijn borst zit en mijn houding compact is. Ik rol perfect op de lijn en eindig in stand zonder mij op te duwen.