Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Groen
|
Blauw
|
Rood
|
Zwart
|
|
---|---|---|---|---|
Aanvallend | Ik zie niet waar ruimte is om vrij te lopen. |
Ik vind het nog best moeilijk om ruimte te zien om vrij te lopen. |
Ik zie ruimte om vrij te lopen en gebruik de tip om een aanval op te zetten. |
Ik zie ruimte om vrij te lopen, gebruik het tippen om een aanval op te zetten en kan de passenregel toepassen om vrij te komen. |
Ik doe geen pogingen tot scoren |
Ik probeer soms te scoren, maar dat lukt nog niet altijd. |
Ik scoor regelmatig. Ik gebruik daarbij ook soms een sprongschot. |
Ik scoor vaak. Ik gebruik daarbij vaak een sprongschot. |
|
Verdedigend | Ik vind het moeilijk om te verdedigen. Bij de cirkelverdediging doe ik niet actief mee. |
Ik ben bekend met de cirkelverdediging en sta zo snel mogelijk actief klaar. |
Ik sta actief klaar bij de cirkelverdediging en weet het de tegenstander lastig te maken om de bal te vangen. |
Ik sta actief klaar bij de cirkelverdediging en weet soms de bal te onderscheppen en direct een aanval te starten. |
Werpen | Tijdens het spel bereiken de door mij geworpen ballen meestal niet mijn teamgenoten. |
Ik weet de bal rond te gooien met de aangeleerde techniek, zolang er niet te veel druk gezet wordt. |
Ik weet onder druk de bal goed rond te spelen met de aangeleerde techniek. |
Ik kan onder druk de bal goed rondspelen en weet hierbij het overzicht te houden. |
Vangen | Het lukt me niet vaak om de bal goed te vangen |
Ik weet de meeste ballen te vangen die recht aangeworpen worden. |
Het lukt me ook om ballen te vangen die net buiten bereik van mijn lichaam worden geworpen. |
Het lukt me om moeilijk aangeworpen ballen te vangen en direct te verwerken na het vangen van de bal. |
Samen spelen | Ik speel weinig samen. Ik neem niet of nauwelijks deel aan het spel. Of ik ga meestal voor de individuele actie. |
Ik speel regelmatig samen. |
Ik speel veel samen. |
Ik speel veel samen en coach daarbij zijn teamgenoten. |
Ik zie niet waar ruimte is om vrij te lopen.
Ik vind het nog best moeilijk om ruimte te zien om vrij te lopen.
Ik zie ruimte om vrij te lopen en gebruik de tip om een aanval op te zetten.
Ik zie ruimte om vrij te lopen, gebruik het tippen om een aanval op te zetten en kan de passenregel toepassen om vrij te komen.
Ik doe geen pogingen tot scoren
Ik probeer soms te scoren, maar dat lukt nog niet altijd.
Ik scoor regelmatig. Ik gebruik daarbij ook soms een sprongschot.
Ik scoor vaak. Ik gebruik daarbij vaak een sprongschot.
Ik vind het moeilijk om te verdedigen. Bij de cirkelverdediging doe ik niet actief mee.
Ik ben bekend met de cirkelverdediging en sta zo snel mogelijk actief klaar.
Ik sta actief klaar bij de cirkelverdediging en weet het de tegenstander lastig te maken om de bal te vangen.
Ik sta actief klaar bij de cirkelverdediging en weet soms de bal te onderscheppen en direct een aanval te starten.
Tijdens het spel bereiken de door mij geworpen ballen meestal niet mijn teamgenoten.
Ik weet de bal rond te gooien met de aangeleerde techniek, zolang er niet te veel druk gezet wordt.
Ik weet onder druk de bal goed rond te spelen met de aangeleerde techniek.
Ik kan onder druk de bal goed rondspelen en weet hierbij het overzicht te houden.
Het lukt me niet vaak om de bal goed te vangen
Ik weet de meeste ballen te vangen die recht aangeworpen worden.
Het lukt me ook om ballen te vangen die net buiten bereik van mijn lichaam worden geworpen.
Het lukt me om moeilijk aangeworpen ballen te vangen en direct te verwerken na het vangen van de bal.
Ik speel weinig samen. Ik neem niet of nauwelijks deel aan het spel. Of ik ga meestal voor de individuele actie.
Ik speel regelmatig samen.
Ik speel veel samen.
Ik speel veel samen en coach daarbij zijn teamgenoten.