Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Vrije sprongen / steunsprongen
Onvoldoende (tot 5,5)
|
Voldoende (5,5 - 7,0)
|
Goed ( 7,0 - 8,5)
|
Uitstekend (8,5 tot 10)
|
|
---|---|---|---|---|
Vrije sprong; Moeilijkheidswaarde | Verhoogd vlak/minitr. - koprol - tipsalto tot ruglanding
|
Verhoogd vlak/minitr. - tipsalto tot voetlanding - salto
|
Verhoogd vlak/minitr. - salto (draaipunt 1.60-1.70m)
|
Verhoogd vlak/plank - salto (draaipunt 1.80 of hoger)
|
Steunsprong; Moeilijkheidswaarde | Verhoogd vlak/minitr. - koprol - koprol tot lig
|
Verhoogd vlak/minitr. - handstand platvallen.
|
Verhoogd vlak/minitr. - 1/2 draai handstand platvallen
|
Kast lengte/minitr: - overslag
|
Aanloop/afzet | Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan, zet ongelijk af, springt van dichtbij in, weinig of verkeerde arm actie. |
Loopt versnellend aan en ondersteunt afzet met arm actie. |
Loopt versnellend aan, springt van minimaal 1,5 meter af in en ondersteunt afzet met arm actie. |
Loopt versnellend aan; heeft insprong van ongeveer 2 m; maakt optimaal gebruik van afzettoestel met een ondersteunende arm actie. |
Vrije sprong; lichaamshouding en hoogte zweeffase | Maakt zich niet klein, heeft geen versnelling in draai en geen stijging |
Heeft gehurkte lichaamshouding, versnelling in draai, draaihoogte op schouderhoogte (140-1.50 bij gebruik minitrampoline). |
Heeft kleine ronde lichaamshouding, versnelling in draai, draaihoogte op hoofdhoogte (1.60-1.70m bij gebruik minitrampoline). |
Stijgt eerst, heeft daarna kleine ronde lichaamshouding, draait boven hoofdhoogte (1.80 of hoger bij gebruik minitrampoline). |
Steunsprong; Eerste zweeffase | Heeft gebogen lichaam, geopende benen en/of armen. |
Heeft enigszins gehoekt lichaam. |
Heeft duidelijke zweeffase met gestrekt lichaam. |
Heeft ruime zweeffase, met gestrekt lichaam. |
Steunsprong; steunfase/afzet toestel | Heeft kromme armen, gebogen sterk gehoekt lichaam en lang contact. |
Heeft wat gebogen armen, gehoekt lichaam, schouders voorbij handen, weinig stijging van lichaam na afzet. |
Heeft lichaam gestrekt, schouders boven handen, enige stijging na kort contact met toestel. |
Heeft schouders voor handen, lichaam gestrekt en kort kaatsend contact met duidelijke stijging van lichaam. |
Steunsprong; tweede zweeffase | Heeft gebogen lichaam, nauwelijks lichaamsspanning. |
Heeft gehoekt lichaam, maakt een soort kipbeweging. |
Heeft lichaam gestrekt. |
Heeft lichaam gestrekt |
Landing | Landt ongecontroleerd, instabiel. |
Landt in hurkhouding, gecontroleerd, met enkele pasjes en/of lichte correctie van arm/romp. |
Strekt iets uit voor de landing, landt stabiel/gecontroleerd met enkel pasjes en/of lichte correctie van arm/romp. |
Landt in gestrekte houding stabiel en gecontroleerd tot stilstand. |
Hulpverlenen/veiligheid | Heeft ondersteunende hulp nodig, bemoeit zich nauwelijks met een veilige inrichting, staat niet op de juiste plaats, past vangtechnieken toe, maar straalt weinig zelfvertrouwen uit. |
Heeft lichte ondersteunende hulp nodig, richt situaties veilig in; staat op juiste plaats om te helpen; past juiste vangtechnieken toe om medeleerling adequaat hulp te bieden. |
Voert sprong zelfstandig uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; biedt adequaat hulp; straalt vertrouwen uit naar medeleerling. |
Voert sprong alleen uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; kan ook onder moeilijkere omstandigheden de juiste hulp bieden. |
Verhoogd vlak/minitr. - koprol - tipsalto tot ruglanding
Verhoogd vlak/plank - koprol - tipsalto tot ruglanding
Verhoogd vlak/minitr. - tipsalto tot voetlanding - salto
Verhoogd vlak/plank - tipsalto tot voetlanding
Minitrampoline: - salto
Verhoogd vlak/minitr. - salto (draaipunt 1.60-1.70m)
Verhoogd vlak/plank - salto
Minitrampoline: - salto (160-170m)
Plank/dikke mat - salto
Verhoogd vlak/plank - salto (draaipunt 1.80 of hoger)
Minitrampoline: - salto (180 of hoger)
Plank/dikke mat - salto (1.60 - 1.70)
Verhoogd vlak/minitr. - koprol - koprol tot lig
Kast breedte/minitr. - wendsprong
Verhoogd vlak/minitr. - handstand platvallen.
Kast breedte/minitr. - hoge wendsprong - overslag (met hulp)
Bankenbaan; - arabier
Mat; - arabier
Verhoogd vlak/minitr. - 1/2 draai handstand platvallen
Kast breedte/minitr. - overslag - arabier
Kast/plank; - overslag (met hulp)
Bankenbaan; - overslag
Mat; - (loop) overslag (evt + plank)
Kast lengte/minitr: - overslag
Kast breedte/plank; - arabier of 1/2 draai in - overslag
Mat; - (loop)overslag
Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan, zet ongelijk af, springt van dichtbij in, weinig of verkeerde arm actie.
Loopt versnellend aan en ondersteunt afzet met arm actie.
Loopt versnellend aan, springt van minimaal 1,5 meter af in en ondersteunt afzet met arm actie.
Loopt versnellend aan; heeft insprong van ongeveer 2 m; maakt optimaal gebruik van afzettoestel met een ondersteunende arm actie.
Maakt zich niet klein, heeft geen versnelling in draai en geen stijging
Heeft gehurkte lichaamshouding, versnelling in draai, draaihoogte op schouderhoogte (140-1.50 bij gebruik minitrampoline).
Heeft kleine ronde lichaamshouding, versnelling in draai, draaihoogte op hoofdhoogte (1.60-1.70m bij gebruik minitrampoline).
Stijgt eerst, heeft daarna kleine ronde lichaamshouding, draait boven hoofdhoogte (1.80 of hoger bij gebruik minitrampoline).
Heeft gebogen lichaam, geopende benen en/of armen.
Heeft enigszins gehoekt lichaam.
Heeft duidelijke zweeffase met gestrekt lichaam.
Heeft ruime zweeffase, met gestrekt lichaam.
Heeft kromme armen, gebogen sterk gehoekt lichaam en lang contact.
Heeft wat gebogen armen, gehoekt lichaam, schouders voorbij handen, weinig stijging van lichaam na afzet.
Heeft lichaam gestrekt, schouders boven handen, enige stijging na kort contact met toestel.
Heeft schouders voor handen, lichaam gestrekt en kort kaatsend contact met duidelijke stijging van lichaam.
Heeft gebogen lichaam, nauwelijks lichaamsspanning.
Heeft gehoekt lichaam, maakt een soort kipbeweging.
Heeft lichaam gestrekt.
Heeft lichaam gestrekt
Landt ongecontroleerd, instabiel.
Landt in hurkhouding, gecontroleerd, met enkele pasjes en/of lichte correctie van arm/romp.
Strekt iets uit voor de landing, landt stabiel/gecontroleerd met enkel pasjes en/of lichte correctie van arm/romp.
Landt in gestrekte houding stabiel en gecontroleerd tot stilstand.
Heeft ondersteunende hulp nodig, bemoeit zich nauwelijks met een veilige inrichting, staat niet op de juiste plaats, past vangtechnieken toe, maar straalt weinig zelfvertrouwen uit.
Heeft lichte ondersteunende hulp nodig, richt situaties veilig in; staat op juiste plaats om te helpen; past juiste vangtechnieken toe om medeleerling adequaat hulp te bieden.
Voert sprong zelfstandig uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; biedt adequaat hulp; straalt vertrouwen uit naar medeleerling.
Voert sprong alleen uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; kan ook onder moeilijkere omstandigheden de juiste hulp bieden.