Turnen, rechtstandige sprong.

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Aanloop.

In loop aan over een bank.

Ik loop aan over de grond.

Ik versnel ik mijn aanloop.

Ik zet minimaal 1 meter voor de trampoline af.

Afzet in de trampoline.

Ik zet bijna altijd af met 2 voeten.

Ik zet altijd af met 2 voeten.

Zweeffase, hoogte.

Mijn voeten komen tussen de 20 cm en 50 cm boven de mat uit.

Mijn voeten komen hoger dan 50 cm boven de mat uit.

Mijn voeten komen hoger dan 1 meter boven de mat uit.

Zweeffase, lichaam.

Mijn benen zijn gestrekt als ik in de lucht zweef.

Mijn armen wijzen schuin omhoog als ik in de lucht zweef.

Mijn hele lichaam is gestrekt tijdens de zweeffase.

Landing

Ik land bijna altijd maximaal 1,5 meter van de trampoline.

Ik blijf staan op de plek waar ik land.