Volleybal | Bovenhandse techniek

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Leergang bewegingsonderwijs | Module 3 | 2020-2021

Techniek

Level 1 (cijfer 1-2)

Speelt de bal met platte handen (hard contact) waarbij de ellebogen naar voren wijzen, zonder vanuit de benen te veren en zonder dat de bal op de plek komt waar je 'm wil hebben

Level 2 (cijfer 3-4)

Speelt de bal met de vingers (zacht contact) waarbij ellebogen opzij wijzen, zonder vanuit de benen te veren en zonder dat de bal op de plek komt waar je 'm wil hebben

Level 3 (cijfer 5-6)

Speelt de bal met de vingers (zacht contact) waarbij ellebogen opzij wijzen. De bal wordt met een hoge boog gespeeld waarbij je veert vanuit de benen. De bal komt soms op de plek komt waar je 'm wil hebben

Level 4 (cijfer 7-8)

Speelt de bal met de vingers (zacht contact) waarbij ellebogen opzij wijzen. De bal wordt met een hoge boog gespeeld waarbij je veert vanuit de benen. De bal wordt boven het voorhoofd gespeeld en komt bijna altijd op de plek waar je 'm wil hebben

Level 5 (cijfer 9-10)

Speelt de bal met de vingers (zacht contact) waarbij ellebogen opzij wijzen. De bal wordt gespeeld met de snelheid waarmee je hem wil hebben waarbij je veert vanuit de benen. De bal wordt boven het voorhoofd gespeeld en komt altijd op de plek waar je 'm wil hebben. Je kan een moeilijke bal aangespeelde bal goed verwerken

Coach

Je beheerst niveau 5 en helpt anderen om beter te worden

Level 1 (cijfer 1-2)
Level 2 (cijfer 3-4)
Level 3 (cijfer 5-6)
Level 4 (cijfer 7-8)
Level 5 (cijfer 9-10)
Coach