Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Niveau 1: Handstand, radslag, koprol, steunsprong wend
zwak
|
Kan beter
|
Goed
|
Zeer goed
|
|
|
---|---|---|---|---|---|
Handstand | Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim maar tot sport 5 (horizontale stand) en kom nog niet tot handenstand. |
Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim maar tot sport 7 (schuine stand) en kom nog niet tot handenstand. |
Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim op tot handenstand (verticale stand, buik komt nog net niet tegen het sportraam) |
Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim op tot handenstand. |
Ik kan losstaand een handstand voor 3 seconden vasthouden waarbij mijn armen en ben gestrekt zijn en ik volledige vormspanning beheers. Mijn landing is rustig en gecontroleerd. |
Radwenden | Ik kan nog niet radwenden over de bank. Ik voer de opdracht al stappend uit. Ik moet nog extra oefenen op het vier tellen ritme , voet-hand-hand-voet. |
Ik kan het radwenden uitvoeren waarbij mijn armen en benen nog niet gesterkt zijn. |
Ik kan het radwenden uitvoeren waarbij mijn armen en benen soms gestrekt zijn. |
Ik kan het radwenden uitvoeren waarbij mijn armen en benen vaak gestrekt zijn. |
Ik kan met vaart een radslag maken waarbij mijn armen en benen volledig gestrekt zijn. Mijn afzet met kracht is en mijn landing beheerst en gecontroleerd. Mijn handen en voeten kunnen op 1 lijn worden neer gezet |
Koprol voorwaarts | Ik kan nog geen koprol voorwaarts uitvoeren van hoog naar laag. |
Ik kan een koprol voorwaarts uitvoeren van hoog naar laag maar kom nog niet tot stand. Ik kan weinig met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik weinig mijn kin op mijn borst heb. Door deze weinig aanwezig houding heb ik nog geen vaart en kracht om op te staan zonder gebruik van mijn armen |
Ik kan soms met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik soms mijn kin op mijn borst heb en mijn houding soms klein en krachtig is. Door deze houding kan ik soms opstaan zonder hulp en heb ik soms mijn armen nodig om tot stand te komen. |
Ik kan met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik mijn kin op mijn borst heb en mijn houding vaak klein en krachtig is. Door deze houding kan ik opstaan zonder hulp. Mijn armen heb ik niet nodig om tot stand te komen. |
Ik kan met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik mijn kin op mijn borst heb, mijn houding klein en krachtig is en door deze houding en vaart ik direct kan opstaan zonder hulp. Ik heb mijn handen en armen niet nodig mij mijn rotatie en opstaande actie. |
Steunsprong: wendsprong | Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan, afstoot is ongelijk, plaats eerst voeten op de plint en springt daarna af. Ik kom nog niet tot een wendsprong over de in de breedte geplaatste plint. |
Ik kan met beide voeten afstoten, plaats eerst voeten op de plint en springt daarna af. Ik kom nog niet tot een wendsprong over de in de breedte geplaatste plint. |
Ik kan een wendsprong met korte, verhoogde aanloop uitvoeren over 2 delen van een in de breedte geplaatste plint. Ik plaats vaak mijn handen op één lijn, knieën en voeten zijn vaak gesloten tijdens de sprong. |
Ik kan een wendsprong met korte, verhoogde aanloop uitvoeren over 2 delen van een in de breedte geplaatste plint. Mijn handen staan op één lijn en mijn knieën en voeten zijn gesloten tijdens de sprong. |
Ik kan de 3 vaardigheden achtereenvolgend uitvoeren |
Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim maar tot sport 5 (horizontale stand) en kom nog niet tot handenstand.
Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim maar tot sport 7 (schuine stand) en kom nog niet tot handenstand.
Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim op tot handenstand (verticale stand, buik komt nog net niet tegen het sportraam)
Ik start vanuit voorlingse handen- en voetensteun en klim op tot handenstand.
Ik kan losstaand een handstand voor 3 seconden vasthouden waarbij mijn armen en ben gestrekt zijn en ik volledige vormspanning beheers. Mijn landing is rustig en gecontroleerd.
Ik kan nog niet radwenden over de bank. Ik voer de opdracht al stappend uit. Ik moet nog extra oefenen op het vier tellen ritme , voet-hand-hand-voet.
Ik kan het radwenden uitvoeren waarbij mijn armen en benen nog niet gesterkt zijn.
Ik kan het radwenden uitvoeren waarbij mijn armen en benen soms gestrekt zijn.
Ik kan het radwenden uitvoeren waarbij mijn armen en benen vaak gestrekt zijn.
Ik kan met vaart een radslag maken waarbij mijn armen en benen volledig gestrekt zijn. Mijn afzet met kracht is en mijn landing beheerst en gecontroleerd. Mijn handen en voeten kunnen op 1 lijn worden neer gezet
Ik kan nog geen koprol voorwaarts uitvoeren van hoog naar laag.
Ik kan een koprol voorwaarts uitvoeren van hoog naar laag maar kom nog niet tot stand. Ik kan weinig met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik weinig mijn kin op mijn borst heb. Door deze weinig aanwezig houding heb ik nog geen vaart en kracht om op te staan zonder gebruik van mijn armen
Ik kan soms met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik soms mijn kin op mijn borst heb en mijn houding soms klein en krachtig is. Door deze houding kan ik soms opstaan zonder hulp en heb ik soms mijn armen nodig om tot stand te komen.
Ik kan met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik mijn kin op mijn borst heb en mijn houding vaak klein en krachtig is. Door deze houding kan ik opstaan zonder hulp. Mijn armen heb ik niet nodig om tot stand te komen.
Ik kan met kracht en vaart een koprol maken waarbij ik mijn kin op mijn borst heb, mijn houding klein en krachtig is en door deze houding en vaart ik direct kan opstaan zonder hulp. Ik heb mijn handen en armen niet nodig mij mijn rotatie en opstaande actie.
Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan, afstoot is ongelijk, plaats eerst voeten op de plint en springt daarna af. Ik kom nog niet tot een wendsprong over de in de breedte geplaatste plint.
Ik kan met beide voeten afstoten, plaats eerst voeten op de plint en springt daarna af. Ik kom nog niet tot een wendsprong over de in de breedte geplaatste plint.
Ik kan een wendsprong met korte, verhoogde aanloop uitvoeren over 2 delen van een in de breedte geplaatste plint.
Ik plaats vaak mijn handen op één lijn, knieën en voeten zijn vaak gesloten tijdens de sprong.
Ik kan een wendsprong met korte, verhoogde aanloop uitvoeren over 2 delen van een in de breedte geplaatste plint.
Mijn handen staan op één lijn en mijn knieën en voeten zijn gesloten tijdens de sprong.
Ik kan de 3 vaardigheden achtereenvolgend uitvoeren