Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
Uitstekend
|
|
---|---|---|---|---|
Veiligheid | Draagt de speer -buiten de werpzone rechtop met punt naar beneden. |
..en houdt zich aan de veiligheidsinstructies. |
…… en heeft oog voor de veiligheid van alle deelnemers tijdens de les. |
.... en coacht medeleerlingen hierin. |
De aanloop | Maakt weinig snelheid in de aanloop en brengt de werparm nauwelijks naar achteren. |
Maakt snelheid in de aanloop met op het einde ervan kruispassen om een zo gunstig mogelijke afwerphouding (de spanboog) voor te bereiden. De uitstap landt voor de afworplijn. |
Maakt snelheid in de aanloop met op het einde ervan kruispassen waarbij de laatste twee passen worden gebruikt(rem-hef werking) om een zo gunstig mogelijke afwerphouding (de spanboog)voor te bereiden. De uitstap landt voor de afworplijn |
Maakt snelheid in de aanloop; beweegt de werparm gestrekt achterwaarts; maakt versnellende kruispassen; maakt duidelijke laatste rempas om een goede spanboog te krijgen voor een gunstige afwerphouding; stapt uit na de worp dicht bij de afwerplijn |
De spanboog | Gebruikt alleen de kracht van de arm om de speer te werpen. |
Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloop eerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt. |
Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloop- eerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt en maakt optimaal gebruik van de -door de rem-hef werking opgebouwde- spanboog. |
Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloop- eerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt en maakt optimaal gebruik van de -door de rem-hef werking opgebouwde- spanboog. |
De afworp | Werpt de speer van achter de afworplijn en speer landt met de punt als eerste op de grond. Werpt -vanuit de spanboog- de speer in een rechte lijn van achteren, langs het oor naar voren en de speer landt met de punt. |
Werpt -vanuit de spanboog- de speer in een rechte lijn van achteren, langs het oor naar voren en de speer landt met de punt als eerste op de grond. |
En waarbij de gebruikte kracht recht door de punt van de speer gaat en de speer landt met de punt in de grond. |
En met een duidelijke versnelling en de speer landt met de punt in de grond. |
Het coachen | Is vooral met zijn/haar eigen bewegingsverloop bezig. |
Kan - op basis van gerichte instructie analytisch naar een onderdeel van het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en een daar een aanwijzing op geven |
Kan -op basis van gerichte instructie analytisch naar het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en daar een aanwijzing op geven. |
Kan analytisch naar het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en daar aanwijzingen en voorbeelden op geven. |
Draagt de speer -buiten de werpzone rechtop met punt naar beneden.
..en houdt zich aan de veiligheidsinstructies.
…… en heeft oog voor de veiligheid van alle deelnemers tijdens de les.
.... en coacht medeleerlingen hierin.
Maakt weinig snelheid in de aanloop en brengt de werparm nauwelijks naar achteren.
Maakt snelheid in de aanloop met op het einde ervan kruispassen om een zo gunstig mogelijke afwerphouding (de spanboog) voor te bereiden. De uitstap landt voor de afworplijn.
Maakt snelheid in de aanloop met op het einde ervan kruispassen waarbij de laatste twee passen worden gebruikt(rem-hef werking) om een zo gunstig mogelijke afwerphouding (de spanboog)voor te bereiden. De uitstap landt voor de afworplijn
Maakt snelheid in de aanloop; beweegt de werparm gestrekt achterwaarts; maakt versnellende kruispassen; maakt duidelijke laatste rempas om een goede spanboog te krijgen voor een gunstige afwerphouding; stapt uit na de worp dicht bij de afwerplijn
Gebruikt alleen de kracht van de arm om de speer te werpen.
Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloop eerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt.
Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloop- eerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt en maakt optimaal gebruik van de -door de rem-hef werking opgebouwde- spanboog.
Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloop- eerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt en maakt optimaal gebruik van de -door de rem-hef werking opgebouwde- spanboog.
Werpt de speer van achter de afworplijn en speer landt met de punt als eerste op de grond. Werpt -vanuit de spanboog- de speer in een rechte lijn van achteren, langs het oor naar voren en de speer landt met de punt.
Werpt -vanuit de spanboog- de speer in een rechte lijn van achteren, langs het oor naar voren en de speer landt met de punt als eerste op de grond.
En waarbij de gebruikte kracht recht door de punt van de speer gaat en de speer landt met de punt in de grond.
En met een duidelijke versnelling en de speer landt met de punt in de grond.
Is vooral met zijn/haar eigen bewegingsverloop bezig.
Kan - op basis van gerichte instructie analytisch naar een onderdeel van het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en een daar een aanwijzing op geven
Kan -op basis van gerichte instructie analytisch naar het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en daar een aanwijzing op geven.
Kan analytisch naar het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en daar aanwijzingen en voorbeelden op geven.