Gymnastiek: handenstand doorrollen

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Doelen waaraan we werken: Verantwoordelijkheid opnemen voor veiligheid/ Zelfstandig leertaken uitvoeren/op basis van een aantal criteria aangeven, bij zichzelf en anderen, waarom een bewegingsopdracht wel of niet lukt/ motorische eigenschappen inzichtelijk gebruiken in bewegingscombinaties

Basis: opzwaai naar handenstand

Ik doe een kleine uitvalspas, mijn handen staan te dicht bij mijn lichaam. Ik geraak niet zelfstandig in omgekeerde houding, helper(s) moeten mij in omgekeerde houding zetten.

Ik doe een grote uitvalspas, mijn handen staan te dicht bij mijn lichaam. Met een klein beetje hulp van helper(s) geraak ik in omgekeerde houding.

Ik doe een grote uitvalspas, mijn handen staan op de juiste positie maar ik zwaai niet hard genoeg of te hard.

Ik doe een grote uitvalspas, mijn handen staan op de juiste positie en ik zwaai net hard genoeg.

Weging

2

Basis: evenwicht behouden

Ik heb geen vormspanning, zak meteen door mijn armen. Ik kom niet tot omgekeerde houding, tenzij de helpers mij omgekeerd zetten.

Ik heb vormspanning, maar onvoldoende om zelfstandig recht te blijven staan. Dankzij de helpers kan ik blijven staan.

Ik heb voldoende vormspanning, 3” blijven staan lukt nog niet, ik rol te snel door.

Ik heb voldoende vormspanning om 3” zelfstandig recht te blijven staan.

Weging

1

Basis: doorrollen

Ik zak meteen door mijn armen.

Ik maak evenwichtsverlies maar zak te snel door mijn armen, ik rol op mijn hoofd.

Ik maak evenwichtsverlies en rol op mijn schouderbladen, rechtstaan zonder mijn handen te gebruiken lukt nog niet.

Ik maak evenwichtsverlies en rol op mijn schouderbladen en kan rechtstaan na mijn rol zonder mijn handen te zetten.

Weging

1

Moeilijkheidsgraad

Met 2 helpers.

Met 1 helper.

Zonder hulp OF ophurken met 1 helper.

Ophurken zonder hulp.

Weging

1