Volleybal klas 3

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Bovenhandse techniek

Bovenhandse techniek

Level 1
  • Ik speel de bal met platte handen. (hard contact.)
  • Mijn ellebogen wijzen naar voren.
  • De bal gaat niet omhoog.
Level 2
  • Ik speel de bal met mijn vingertoppen (zacht contact).
  • Mijn ellebogen wijzen naar buiten.
  • Ik speel de bal boven mijn voorhoofd.
  • De bal komt in een boogje aan bij de ontvanger.
Level 3
  • Ik speel de bal met mijn vingertoppen (zacht contact).
  • Mijn ellebogen wijzen naar buiten.
  • Ik veer vanuit mijn benen tijdens het spelen.
  • Ik speel de bal boven mijn voorhoofd.
  • De bal komt met een hoge boog bij de ontvanger.


Level 4
  • Ik beheers de techniek zoals beschreven in level 3.
  • Ik kan een moeilijk aangespeelde bal goed verweken.
Level 5
  • Ik kan technisch goed bovenhands spelen zoals beschreven in level 3.
  • Ik kan de bovenhandse techniek altijd toepassen tijdens het spel. 
Coach
  • Ik beheers level 5.
  • Ik kan anderen leerlingen helpen beter te worden met de bovenhandse techniek.

Samenspel

Level 1
  • Ik weet waar ik moet staan in het veld.

  • Ik sta passief in het veld en ben niet betrokken bij het spel.

Level 2
  • Ik weet waar ik moet staan in het veld.

  • Ik weet hoe en wanneer ik moet doordraaien.

  • Ik sta passief in het veld en ben af en toe betrokken bij het spel.

Level 3
  • Ik weet waar ik moet staan in het veld.

  • Ik weet hoe en wanneer ik moet doordraaien.

  • Ik weet wat mijn taak is op de positie waar ik sta.

  • Ik sta actief in het veld en ben af en toe betrokken bij het spel

Level 4
  • Ik weet waar ik moet staan in het veld.

  • Ik weet hoe en wanneer ik moet doordraaien.

  • Ik weet wat mijn taak is op de positie waar ik sta.

  • Ik probeer altijd in 3 keer over te spelen.

  • Ik sta actief in het veld en ben veel betrokken bij het spel.

Level 5
  • Ik weet waar ik moet staan in het veld.

  • Ik weet hoe en wanneer ik moet doordraaien.

  • Ik weet wat mijn taak is op de positie waar ik sta.

  • Ik probeer altijd in 3 keer over te spelen.

  • Ik sta actief in het veld en ben veel betrokken bij het spel.

  • Ik help mijn team beter samen te spelen.

Coach
  • Ik beheers level 5.

  • Ik kan mijn teamgenoten coachen om tot een beter samenspel te komen.