GYM - Ringzwaaien

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

L5-6

Uitgangshouding

1

Ik kan de ringen beetpakken met bijna gestrekte armen

Ik pak de ringen vast met mijn duimen naast mijn wijsvingers

Ik sta met beide benen naast elkaar recht onder het ophangpunt

2

Ik kan de ringen op de juiste hoogte instellen

Ik pak de ringen vast met mijn duimen naast mijn wijsvingers

Ik probeer me op te trekken voor de zwaai

3

Mijn armen zijn gestrekt

Ik pak de ringen vast met mijn duimen om de ring

Ik sta met 1 been voor zodat er tempo naar voren gemaakt kan worden

4

Ik pak de ringen vast met mijn duimen om de ring

Ik heb mijn lichaam volledig gestrekt

Ik maak de eerste stap naar achteren om daarna voorwaartse snelheid te creëren

Bewegingsverloop

1

Ik maak zo nu en dan een twee pas

Ik schop mijn benen naar voren in de voorzwaai (bol)

Ik schop mijn benen naar achteren in de achterzwaai (hol)

2

Ik maak een twee pas, maar nog niet altijd voor en na het ophangpunt

Ik richt mijn tenen naar het plafond in de voorzwaai (bol)

Ik richt mijn hielen naar het plafond in de achterzwaai (hol)

3

Ik kan in de voorzwaai op het dode punt een halve draai inzetten en in de achterzwaai terugdraaien

Ik houd mijn lichaam regelmatig gestrekt tijdens het draaien (gecontroleerd draaien)

Ik kan in de laatste achterzwaai afremmen en een achterwaartse afsprong maken

4

Ik kan mijn lichaam volledig gestrekt houden tijdens het draaien en houd mijn benen tegen elkaar aan

Ik kan na de draai de twee pas weer vloeiend hervatten met één stap voor en na het ophangpunt

Eindhouding

1

Ik kan nog niet 5 volledige zwaaien achter elkaar maken

Ik kan nog niet goed afremmen en vang de afsprong minimaal op met een kniebuiging

Ik hang de ringen niet stil na het zwaaien

2

Ik kan 5 volledige zwaaien uitvoeren

Ik laat de ringen nog niet los op het dooie punt

Ik kan de afsprong redelijk goed opvangen met een kniebuiging

Ik hang de ringen stil na het zwaaien

3

Ik kan een afsprongen maken op redelijke hoogte en op het dooie punt, maar rem nog wel af

Ik hang de ringen altijd stil en draai de ringen een kwartslag voor de volgende zwaaier

4

Ik kan een afsprong maken op het hoogste en op het dooie punt zonder afremmen

Ik hang de ringen stil en draai de ringen een kwartslag voor de volgende zwaaier