Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Zorg
|
Matig
|
Voldoende
|
Uitstekend
|
|
---|---|---|---|---|
De bal in het spel brengen / slaan | Je zet een slagbeweging in, maar het lukt je niet om de bal te raken. |
Je zet een slagbeweging in, maar dit wordt een 'foutslag' of de bal beland buiten het veld. |
Je maakt een slag en de bal wordt in het veld geslagen. |
Je slaat raak, hard, kan richten en maakt wel eens een home run. |
Branden/tikken | Je weet niet in welke spelsituatie gebrand of getikt moet worden. |
Je weet wanneer je moet branden/tikken. |
Je kan branden/tikken goed toepassen. |
Je snapt en past toe dat door branden en tikken een dubbel-uit wordt gemaakt. |
Gooien/vangen | Je gooit de bal niet goed/gericht en vind het moeilijk de bal te vangen. |
Je gooit en vangt de bal af en toe, maar mist ook regelmatig. |
Je gooit gericht en vangt de bal vrijwel altijd. |
Je gooit hard, gericht, kan ook moeilijke ballen vangen en maakt snelle vervolgacties. |
Spelinzicht | Je kent de basisopstelling niet en weet niet welke taken bij de verschillende posities horen. |
Je kent de basisopstelling en weet de taken van de verschillende posities. Je doet je best, maar maakt nog verkeerde keuzes. |
Je kent de basisopstelling en kan alle posities innemen. Je bent actief in het spel en maakt vaak de juiste keuzes. |
Je coacht anderen in hun rol, toont initiatief en bent proactief in het spel. Je snapt het spel en maakt hierin de juiste keuzes. |
Je zet een slagbeweging in, maar het lukt je niet om de bal te raken.
Je zet een slagbeweging in, maar dit wordt een 'foutslag' of de bal beland buiten het veld.
Je maakt een slag en de bal wordt in het veld geslagen.
Je slaat raak, hard, kan richten en maakt wel eens een home run.
Je weet niet in welke spelsituatie gebrand of getikt moet worden.
Je weet wanneer je moet branden/tikken.
Je kan branden/tikken goed toepassen.
Je snapt en past toe dat door branden en tikken een dubbel-uit wordt gemaakt.
Je gooit de bal niet goed/gericht en vind het moeilijk de bal te vangen.
Je gooit en vangt de bal af en toe, maar mist ook regelmatig.
Je gooit gericht en vangt de bal vrijwel altijd.
Je gooit hard, gericht, kan ook moeilijke ballen vangen en maakt snelle vervolgacties.
Je kent de basisopstelling niet en weet niet welke taken bij de verschillende posities horen.
Je kent de basisopstelling en weet de taken van de verschillende posities. Je doet je best, maar maakt nog verkeerde keuzes.
Je kent de basisopstelling en kan alle posities innemen. Je bent actief in het spel en maakt vaak de juiste keuzes.
Je coacht anderen in hun rol, toont initiatief en bent proactief in het spel. Je snapt het spel en maakt hierin de juiste keuzes.