(Uni)hockey

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Bal aannemen en passen

Level 1

Het lukt mij niet om de bal aan te nemen. De bal stuitert weg of schiet door.

Ik krijg de bal niet in de richting van mijn medespeler gespeeld.

Level 2

Ik kan de bal soms aannemen.

Ik speel de bal soms in het blad van mijn medespeler.

Level 3

Ik kan de bal regelmatig aannemen en de bal blijft dicht bij mij. 

Ik speel de bal regelmatig in het blad van mijn medespeler.

Level 4

Ik kan alle ballen zo aannemen dat ik de bal direct weer kan doorspelen.

Ik kan de bal zo spelen dat de ander de bal makkelijk onder controle kan krijgen.

Level 5

Ik zit in level 4 en ik probeer anderen beter te maken door tips te geven op het aannemen van de bal en het overspelen.

Uitspelen tegenstander

Level 1

Ik vind het lastig om met de bal voorbij de tegenstander te komen.

Level 2

Om voorbij een tegenstander te komen, schiet ik de bal er langs en ren ik er achteraan.

Level 3

Om voorbij een tegenstander te komen, gebruik ik een actie/schijnbeweging, waarbij ik de bal onder controle houd.

Level 4

Om voorbij een tegenstander te komen, maak ik een "één-tweetje" met mijn medespeler.

Level 5

Om voorbij een tegenstander te komen, kies ik bewust voor een solo actie óf combinatie met mijn medespeler.

Verdediging

Level 1

Ik verdedig niet. Als de tegenstander de bal heeft, blijf ik staan en help ik niet om de bal terug te veroveren.

Level 2

Ik blijf de hele wedstrijd achterin staan, zodat ik kan helpen bij het verdedigen.

Level 3

Als de tegenstander de bal heeft, ren ik meteen naar achteren, om vanuit daar te verdedigen.

Level 4

Als de tegenstander de bal heeft, zoek ik direct mijn tegenstander op, om zo de bal af te pakken.

Level 5

Ik zit in level 4 en stuur mijn teamgenoten aan om gezamenlijk druk te zetten en de bal te heroveren.