Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
LP 1, 2
LP 8-10
(-) 5
|
6-7
|
8-9
|
10
|
|
---|---|---|---|---|
In het spel brengen | Ik serveer de bal ongeplaatst naar de overkant. |
Ik serveer de bal geplaatst naar de overkant. |
Je serveert de bal met effect en vaak onvoorspelbaar. Je serveert gevarieerd. Ik houd met de service het initiatief in de rally. |
Ik serveer gevarieerd naar alle delen van het servicevlak; ik verhul waar en hoe de service wordt gespeeld; ik houd met de service het initiatief in de rally. Ik coach de medespeler (in dubbelspel) zodanig dat deze beter gaat spelen. |
In het spel houden | Ik kan minder snelle ballen terugspelen die niet te ver van me vandaan zijn terugspelen. Ik verlies bij het verplaatsen snel controle. |
Ik kan de bal in het spel houden. Ik verplaatst op tijd naar eenvoudig aangespeelde ballen en kan deze terugslaan. (Alleen met de voorkeurskant, fore- of backhand). |
Naast het spel op gang houden kan ik ook initiatief houden in de rally. (Door de bal met zowel fore- als backhand terugspelen.) |
Ik hou de bal lang in het spel, houd initiatief in de rally; speel in een oefensituatie op maat medespelers aan om ze beter te laten spelen. Je speelt de bal met zowel fore- als backhand gericht terug. Je speelt met schijnacties en je speelt eventueel met effect. |
Scoren | Ik kan de bal niet naar een vrij deel van het veld spelen om te scoren. |
Ik kan scoren door de bal te plaatsen richting een vrij deel van het veld |
Ik kan scoren door de shuttle gericht te spelen naar een vrij deel van het veld. (Je scoort door te variëren in balsnelheid en weet gericht te plaatsen.) |
Ik scoor door te variëren in balsnelheid of harde aanvalsslag en gericht te spelen na een vrij deel van het veld. Je kiest het juiste moment om te scoren. |
4. Scheidsrechter spelregels Algemeen | Ik ken de regels van het spel maar heb moeite om de stand bij te houden en alle spelregels toe te passen. |
Ik kan het spel hardop tellend bijhouden of kan ook als scheidsrechter regels toepassen. |
Ik kan zowel de stand hardop bijhouden als de spelregels als scheidsrechter toepassen. |
Ik kan de spelregels toepassen in de rol van scheidsrechter en tegelijkertijd de score bijhouden. |
5. Rally inzet en duur | Ik zet me niet volledig in om een mooie rally te hebben met mijn partner (max 10 slagen) |
Ik tracht een rally te bekomen maar sla vaak de bal fout (11 tot 14 slagen) |
Ik kan een mooie rally met mijn partner bekomen (15 tot 20 slagen) |
Ik zet een mooie rally neer (+ 20 slagen), geef mijn partner tips en moedig aan om samen zo ver mogelijk te geraken. |
Ik serveer de bal ongeplaatst naar de overkant.
Ik serveer de bal geplaatst naar de overkant.
Je serveert de bal met effect en vaak onvoorspelbaar. Je serveert gevarieerd. Ik houd met de service het initiatief in de rally.
Ik serveer gevarieerd naar alle delen van het servicevlak; ik verhul waar en hoe de service wordt gespeeld; ik houd met de service het initiatief in de rally. Ik coach de medespeler (in dubbelspel) zodanig dat deze beter gaat spelen.
Ik kan minder snelle ballen terugspelen die niet te ver van me vandaan zijn terugspelen. Ik verlies bij het verplaatsen snel controle.
Ik kan de bal in het spel houden. Ik verplaatst op tijd naar eenvoudig aangespeelde ballen en kan deze terugslaan. (Alleen met de voorkeurskant, fore- of backhand).
Naast het spel op gang houden kan ik ook initiatief houden in de rally. (Door de bal met zowel fore- als backhand terugspelen.)
Ik hou de bal lang in het spel, houd initiatief in de rally; speel in een oefensituatie op maat medespelers aan om ze beter te laten spelen. Je speelt de bal met zowel fore- als backhand gericht terug.
Je speelt met schijnacties en je speelt eventueel met effect.
Ik kan de bal niet naar een vrij deel van het veld spelen om te scoren.
Ik kan scoren door de bal te plaatsen richting een vrij deel van het veld
Ik kan scoren door de shuttle gericht te spelen naar een vrij deel van het veld. (Je scoort door te variëren in balsnelheid en weet gericht te plaatsen.)
Ik scoor door te variëren in balsnelheid of harde aanvalsslag en gericht te spelen na een vrij deel van het veld. Je kiest het juiste moment om te scoren.
Ik ken de regels van het spel maar heb moeite om de stand bij te houden en alle spelregels toe te passen.
Ik kan het spel hardop tellend bijhouden of kan ook als scheidsrechter regels toepassen.
Ik kan zowel de stand hardop bijhouden als de spelregels als scheidsrechter toepassen.
Ik kan de spelregels toepassen in de rol van scheidsrechter en tegelijkertijd de score bijhouden.
Ik zet me niet volledig in om een mooie rally te hebben met mijn partner (max 10 slagen)
Ik tracht een rally te bekomen maar sla vaak de bal fout (11 tot 14 slagen)
Ik kan een mooie rally met mijn partner bekomen (15 tot 20 slagen)
Ik zet een mooie rally neer (+ 20 slagen), geef mijn partner tips en moedig aan om samen zo ver mogelijk te geraken.