Volleybal: 2de graad

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Volleybal 3-3 /4-4 : BH/OH spelen OH/BH serveren + kennis van spel en regels

Serveren

Beginsituatie (0 -4)

Je serveert regelmatig in het net.

Op weg (5-6)

Je serveert regelmatig over het net in het veld.

Bereikt (7-8)

Je serveert op de open plekken.

Excellent (9-10)

Je serveert afwisselend hard en geplaatst.

Pass

Beginsituatie (0 -4)

Je staat te recht op en je verplaatst te weinig om de bal goed te kunnen stoppen. En weet niet wanneer je de bal bovenhands/onderhands moet spelen. Je speelt ballen uit.

Op weg (5-6)

Je staat klaar in actieve houding.  Je speelt eenvoudig geplaatste ballen door naar een medespeler. Weet wanneer je de bal bovenhands/onderhands moet spelen. Maar deze komt nog niet altijd aan.

Bereikt (7-8)

Je beweegt op tijd in de balbaan.   Je speelt moeilijk geplaatste ballenen Weet wanneer je de bal bovenhands/onderhands moet spelen.

Excellent (9-10)

Je duikt naar moeilijk geplaatste ballen. Je speelt moeilijk en hard geplaatste ballen.

Set up

Beginsituatie (0 -4)

Je staat ver van het net en volgt de bal te laat. 

Je speelt ballen direct door over het net.

Op weg (5-6)

Je staat half ingedraaid bij het net en volgt de bal. 

Je speelt zo dat een medespeler gericht kan afronden.

Bereikt (7-8)

Je loopt actief naar de gestopte bal.  

Je speelt zodanig dat medespeler gericht en hard kan afronden.

Excellent (9-10)

Je haalt moeilijk aangespeelde ballen. Je speelt zodanig dat medespelers met verrassing kunnen scoren.

aanval afronden

Beginsituatie (0 -4)

Je staat te ver/passief om over het net te spelen.  Je speelt ballen ongericht weg.

Op weg (5-6)

Je staat actief klaar om af te ronden. Je speelt ballen gericht over het net.

Bereikt (7-8)

Je staat klaar voor de bal over het net te spelen. Je speelt ballen hard of zacht geplaatst over het net.

Excellent (9-10)

Je sticht verwarring met schijnaanvallen. Je speelt met schijnacties afwisselend hard en zacht.

Spelregelkennis/coachen

Beginsituatie (0 -4)

Anderen wijzen je op spelregels.

Je geeft geen aanwijzingen.

Op weg (5-6)

Je kent spelregels.

Je geeft aanwijzingen.

Bereikt (7-8)

Je kent spelregels en je past spelregels toe.

Je wijst spelers op veldposities en team afspraken.

Excellent (9-10)

Je coacht anderen over spelregels.

Je neemt initiatief bij het bepalen van opstellingen .