Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Niveau 1
|
Niveau 2
|
Niveau 3
|
|
---|---|---|---|
2-pas ritme | Je zet steeds een verschillend aantal passen (0, 1, 2, 3 of 4 passen) op de voor- en achterzwaai |
Je zet 2 passen met een onregelmatig ritme in de voor- en achterzwaai |
Je zet steeds 2 passen met een constant ritme en steeds dezelfde voet in de voor- en achterzwaai. |
Zwaai vergroten | Je hangt aan de ringen en vergroot de zwaai door je benen naar voor en achter te bewegen |
Je hangt gestrekt aan de ringen en vergroot je zwaai/snelheid door je benen actief naar voren en achteren te zwaaien |
Je hangt gestrekt aan de ringen en vergroot je zwaai/snelheid door in de voorzwaai je hele lichaam horizontaal te hebben en in de achterzwaai een kleine bolling in je lichaam. |
Achterafsprong | Je hebt een lage snelheid en springt af terwijl je nog vaart hebt, hierdoor land je niet in stilstand. |
Je springt af terwijl je op het dode punt bent, je landing is alleen niet in balans. |
Je springt af op een flinke hoogte in het dode punt en landt in balans. |
Vangen | Je bent veel afgeleid en op het moment van afspringen reageer je alleen omdat de zwaaier dan roept. |
Je vangt netjes bij de buik en de rug, alleen ben je nog wel met andere dingen bezig. |
Je vangt netjes bij de buik en de rug, tijdens de hele zwaai houdt de zwaaier goed in de gaten. |
Feedack en hulpvaardigheid | Je helpt andere leerlingen weinig met het maken van de filmpjes. |
Je helpt leerlingen met het maken van de filmpjes, maar zegt er weinig over. |
Je helpt leerlingen met het maken van de filmpjes en kijkt samen naar wat de ander goed doet en wellicht kan verbeteren. |
Je zet steeds een verschillend aantal passen (0, 1, 2, 3 of 4 passen) op de voor- en achterzwaai
Je zet 2 passen met een onregelmatig ritme in de voor- en achterzwaai
Je zet steeds 2 passen met een constant ritme en steeds dezelfde voet in de voor- en achterzwaai.
Je hangt aan de ringen en vergroot de zwaai door je benen naar voor en achter te bewegen
Je hangt gestrekt aan de ringen en vergroot je zwaai/snelheid door je benen actief naar voren en achteren te zwaaien
Je hangt gestrekt aan de ringen en vergroot je zwaai/snelheid door in de voorzwaai je hele lichaam horizontaal te hebben en in de achterzwaai een kleine bolling in je lichaam.
Je hebt een lage snelheid en springt af terwijl je nog vaart hebt, hierdoor land je niet in stilstand.
Je springt af terwijl je op het dode punt bent, je landing is alleen niet in balans.
Je springt af op een flinke hoogte in het dode punt en landt in balans.
Je bent veel afgeleid en op het moment van afspringen reageer je alleen omdat de zwaaier dan roept.
Je vangt netjes bij de buik en de rug, alleen ben je nog wel met andere dingen bezig.
Je vangt netjes bij de buik en de rug, tijdens de hele zwaai houdt de zwaaier goed in de gaten.
Je helpt andere leerlingen weinig met het maken van de filmpjes.
Je helpt leerlingen met het maken van de filmpjes, maar zegt er weinig over.
Je helpt leerlingen met het maken van de filmpjes en kijkt samen naar wat de ander goed doet en wellicht kan verbeteren.