LO2 - Stage

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Bron; SLO - LO2 Toetsvoorbeelden van praktische opdrachten.

1. Voor-bereiding

Onvoldoende

 Je regelt geen of te laat een stageplek.

Voldoende

 Je regelt op tijd een stageplek.

Goed

 Je informeert de stagebegeleider over de stage

Uitstekend

 Je maakt duidelijke afspraken met de stagebegeleider over de stage

2. Beroepshouding - Aanwezigheid

Onvoldoende

 Je bent zonder reden afwezig of te laat.

Voldoende

 Je bent op tijd aanwezig.

Goed

 Je gaat pas weg als alles klaar is

Uitstekend

 Je bent bereid om extra aanwezig te zijn.

2. Beroepshouding - Initiatief nemen

Onvoldoende

 Je bent afwachtend.

Voldoende

 Je doet wat er gevraagd wordt

Goed

 Je neemt regelmatig eigen initiatief

Uitstekend

 Je neemt vaak initiatief en komt met nieuwe ideeën

2. Beroepshouding - Uitvoeren van taken

Onvoldoende

 Je voert de opgedragen taken slecht of gedeeltelijk uit.

Voldoende

 Je voert de opgedragen taken uit.

Goed

 Je bereidt de taken voor en voert ze zelfstandig uit.

Uitstekend

 Je neemt zelf initiatief voor taken

2. Beroepshouding - Presenteren

Onvoldoende

 Je kleding is niet in orde.
 Je spreekt de deelnemers onvriendelijk aan.

Voldoende

 Je kleding is in orde.
 Je spreekt de deelnemers vriendelijk toe.

Goed

 Je bent behulpzaam naar de deelnemers.

Uitstekend

 Je sportieve gedrag, inzet en taalgebruik zijn een voorbeeld voor de deelnemers.

3. Leiding geven - Overwicht

Onvoldoende

 Je hebt geen controle over de groep.

Voldoende

 Je spreekt de groep toe.

Goed

 Je spreekt de groep met overwicht toe.

Uitstekend

 Je spreekt de groep op de juiste toon toe en zorgt voor een goede sfeer.

3. Leiding geven - Persoonlijke presentatie

Onvoldoende

 Je spreekt onduidelijk of te zacht.
 Je maakt nauwelijks oogcontact.
 Je gebruikt geen handgebaren.

Voldoende

 Je spreekt duidelijk.
 Je maakt oogcontact.
 Je gebruikt af en toe handgebaren.

Goed

 Je gebruikt passend taalgebruik bij de doelgroep.
 Je versterkt je verhaal met handgebaren

Uitstekend

 Je spreekt enthousiasmerend en met intonatie.

4. Afronding

Onvoldoende

 Je rondt de stage niet mondeling of met een schriftelijk verslag af bij de begeleider van de stageplek

Voldoende

 Je rondt de stage op een mondelinge wijze af bij de begeleider van de stageplek.

Goed

 Je rondt de stage via een schriftelijk verslag af.

Uitstekend

 Je verwerkt de feedback van de begeleider van de stageplek in het verslag