Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Speerwerpen klas 3 en klas 4
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
|
---|---|---|---|
Aanloop (techniek) | Ik maak weinig snelheid in de aanloop. Ik breng mijn werp-arm nauwelijks naar achter. |
Ik maak enige snelheid in de aanloop. Ik maak gebruik van een 3-pas aanloop met kruispas. Ik land voor de afworplijn met de uitstap. |
Ik maak snelheid binnen een 3-pas aanloop. Ik gebruik de laatste 2 passen als kruispassen (rem-hef-werking) ter voorbereiding op een gunstige afwerphouding (spanboog). Ik land voor de afworplijn met de uitstap. |
Spanboog (techniek) | Ik gebruik alleen mijn armkracht om de speer te werpen. |
Ik breng vanuit de aanloop mijn heup naar voor, waarbij mijn arm gestrekt naar achter is. |
Ik breng vanuit de aanloop mijn heup naar voor, waarbij mijn arm gestrekt naar achter is. Ik maak optimaal gebruik van de rem-hef werking en de spanboog die hierbij is opgebouwd. |
Afworp (techniek) | Ik werp de speer achter de afworplijn. De speer landt niet altijd met het voorste deel als eerst op de grond. |
Ik werp vanuit de spanboog de speer in een rechte lijn van achter langs het oor naar voren. De speer landt meestal met het voorste deel als eerste op de grond. |
Ik werp vanuit de spanboog de speer in een rechte lijn van achter langs het oor naar voren. De speer landt altijd met het voorste deel als eerste op de grond. Ik wijs met de werparm de speer na naar de plek waar de speer in de grond moet komen. |
Veiligheid | Ik vind het lastig om mij te houden aan de veiligheidsinstructies. |
Ik draag de speer buiten de werpzone rechtop met de punt naar beneden. Ik houd mij aan de veiligheidsinstructies. |
Ik draag de speer buiten de werpzone rechtop met de punt naar beneden. Ik houd mij aan de veiligheidsinstructies. Ik heb oog voor de veiligheid van mijn andere klasgenoten tijdens het speerwerpen. |
Ik maak weinig snelheid in de aanloop.
Ik breng mijn werp-arm nauwelijks naar achter.
Ik maak enige snelheid in de aanloop.
Ik maak gebruik van een 3-pas aanloop met kruispas.
Ik land voor de afworplijn met de uitstap.
Ik maak snelheid binnen een 3-pas aanloop.
Ik gebruik de laatste 2 passen als kruispassen (rem-hef-werking) ter voorbereiding op een gunstige afwerphouding (spanboog).
Ik land voor de afworplijn met de uitstap.
Ik gebruik alleen mijn armkracht om de speer te werpen.
Ik breng vanuit de aanloop mijn heup naar voor, waarbij mijn arm gestrekt naar achter is.
Ik breng vanuit de aanloop mijn heup naar voor, waarbij mijn arm gestrekt naar achter is.
Ik maak optimaal gebruik van de rem-hef werking en de spanboog die hierbij is opgebouwd.
Ik werp de speer achter de afworplijn.
De speer landt niet altijd met het voorste deel als eerst op de grond.
Ik werp vanuit de spanboog de speer in een rechte lijn van achter langs het oor naar voren.
De speer landt meestal met het voorste deel als eerste op de grond.
Ik werp vanuit de spanboog de speer in een rechte lijn van achter langs het oor naar voren.
De speer landt altijd met het voorste deel als eerste op de grond.
Ik wijs met de werparm de speer na naar de plek waar de speer in de grond moet komen.
Ik vind het lastig om mij te houden aan de veiligheidsinstructies.
Ik draag de speer buiten de werpzone rechtop met de punt naar beneden.
Ik houd mij aan de veiligheidsinstructies.
Ik draag de speer buiten de werpzone rechtop met de punt naar beneden.
Ik houd mij aan de veiligheidsinstructies.
Ik heb oog voor de veiligheid van mijn andere klasgenoten tijdens het speerwerpen.