BSM - Ultimate Frisbee beoordelingscriteria

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Bron; SLO - BSM Toetsvoorbeelden

1. Spelregelkennis en fair play (Het toepassen van the spirit of the game)

Onvoldoende

Herkent moeilijk spelregelovertredingen bij zichzelf.

Sluit zich af voor de meningen en interpretaties van anderen; handhaaft vaak eigen interpretaties.

Voldoende

Herkent spelregelovertredingen bij zichzelf en anderen.

Accepteert meningen en interpretaties van anderen en komt in discussies hierover tot een oplossing.

Goed

Herkent spelregelovertredingen bij zichzelf en anderen en wijst anderen op een vriendelijke manier op overtredingen.

Komt in discussies met goede voorstellen die tot een goede beslissing leiden.

Uitstekend

Handelt volgens de afgesproken regels én coacht anderen in sportief gedrag; geeft aan anderen aan hoe gehandeld moet worden volgens de afgesproken regels; stelt goede oplossingen voor situaties waarin de afgesproken regels niet voorzien.

Aanval opbouwen en de aanval voorkomen 2. Aanval opbouwen (samenspelen) (als medespeler schijfbezitter)

Onvoldoende

Blijft op dezelfde plaats staan.

Voldoende

Is in de buurt van de frisbee; loopt naar de schijfbezitter.

Goed

Is af en toe aanspeelbaar; loopt vrij van tegenstander.

Uitstekend

Is zeer vaak en goed aanspeelbaar; loopt vrij met versnelling en plaatswissel.

Aanval opbouwen en de aanval voorkomen 3. In schijfbezit blijven (werpen en vangen) (als schijfbezitter)

Onvoldoende

Laat de frisbee vaak vallen; gooit de frisbee willekeurig weg.

Voldoende

Vangt een rustig geworpen frisbee, kijkt dan of de frisbee overgespeeld kan worden naar een dichtbij zijnde speler; werpt de frisbee vaak te gehaast.

Goed

Vangt een strak geworpen frisbee; neemt de tijd om de frisbee af te spelen.

Uitstekend

Vangt een moeilijk geworpen frisbee; maakt schijnbeweging bij het kiezen voor een worp opzij of een dieptepass; werpt medespelers op maat aan.

Aanval opbouwen en de aanval voorkomen 4. In schijfbezit komen (onderscheppen) (als verdediger)

Onvoldoende

Geeft de tegenstander alle ruimte.

Voldoende

Gaat voor de schijfbezitter staan; kijkt naar de frisbee en gaat mee terug in de verdediging.

Goed

Verdedigt de dichtstbijzijnde speler of probeert de frisbee te onderscheppen

Uitstekend

Verdedigt de dichtstbijzijnde speler en probeert de frisbee te onderscheppen.

Scoren en het voorkomen te scoren 5. In scoringspositie komen en scoren (vrijlopen en vangen) (als medespeler schijfbezitter)

Onvoldoende

Kiest positie ver van de schijf en de eindzone. Laat de frisbee vaak vallen.

Voldoende

Loopt mee met de aanval.

Vangt de frisbee in de eindzone

Goed

Kiest positie in de eindzone.

Vangt strak geworpen frisbee in de eindzone.

Uitstekend

Kiest gericht de vrije ruimte in de eindzone. Vangt ook moeilijk geworpen frisbee in de eindzone.

Scoren en het voorkomen te scoren 6. In schijfbezit blijven (werpen) (als schijfbezitter.)

Onvoldoende

Werpt de frisbee ook als de medespelers gedekt staan

Voldoende

Speelt richting de eindzone, kan bij een vrije kans een medespeler in de eindzone aanspelen.

Goed

Speelt gericht en gepast op de medespeler in de eindzone

Uitstekend

Speelt gericht, snel en in naar de bewegende medespeler in de eindzone; stuurt als het ware de loper.

Scoren en het voorkomen te scoren 7. Scoren voorkomen (man-to-man) (als verdediger).

Onvoldoende

Laat de ruimte tussen frisbee en eindzone open.

Voldoende

Gaat tussen schijfbezitter en eindzone staan.

Goed

Dekt de werplijn af naar de eindzone.

Uitstekend

Blokkeert met handen en voeten een worp richting eindzone.