Hockey 3e jaar

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

1. Aanval, als balbezitter

Niveau

Speelt de bal af/door naar een medespeler.

Niveau

Dribbelt op en speelt de bal goed af/door naar een medespeler; kan in scoringspositie een doelpoging doen.

Niveau

Schermt de bal dribbelend af; speelt een medespeler op maat aan; kan een tegenstander omspelen; kan in scoringspositie komen en scoren.

Niveau

Schermt de bal al dribbelend goed af, speelt een medespeler op maat aan; kan een tegenstander omspelen; is dreigend richting het doel, kan in scoringspositie komen en scoren.

2. Aanval, als medespeler van de balbezitter

Niveau

Is aanspeelbaar voor de balbezitter door weg te lopen bij de tegenstander.

Niveau

Kan bij eigen verdediger weglopen; is aanspeelbaar voor de balbezitter ook voor een doelpoging.

Niveau

Kan door schijnbewegingen bij eigen verdediger weglopen; is aanspeelbaar en creëert ruimte voor de balbezitter; is aanspeelbaar voor een doelpoging.

Niveau

Kan door schijnbewegingen bij eigen verdediger weglopen; is aanspeelbaar en creëert ruimte voor de balbezitter; is ruim aanspeelbaar voor een doelpoging.

3. Verdediging, van balbezitter

Niveau

Kijkt alleen naar de bal.

Niveau

Blijft steeds tussen tegenspeler en het doel; houdt balbezitter voor zich en voorkomt dat de balbezitter tot een doelpoging komt.

Niveau

Blijft steeds tussen tegenspeler en het doel; blijft bij de balbezitter; voorkomt dat de balbezitter tot een doelpoging komt.

Niveau

Blijft steeds tussen tegenspeler en het doel; blijft bij de balbezitter; voorkomt dat de balbezitter tot een doelpoging komt, coacht daarbij teamgenoten.

4. Verdediging, van niet balbezitter

Niveau

Kijkt alleen naar de bal.

Niveau

Blijft steeds tussen tegenspeler en het doel; sluit de afspeellijnen tussen de tegenstander en de balbezitter en voorkomt dat de tegenstander in balbezit komt.

Niveau

Houdt zowel de bal als de tegenstander in de gaten (split vision); blijft steeds tussen tegenspeler en het doel; sluit de afspeellijnen tussen de tegenstander en de balbezitter om te voorkomen dat de tegenstander in balbezit komt.

Niveau

Houdt zowel de bal als de tegenstander in de gaten (split vision); blijft steeds tussen tegenspeler en het doel; sluit de afspeellijnen tussen de tegenstander en de balbezitter om te voorkomen dat de tegenstander in balbezit komt.

5. Spelregels toepassen als scheidsrechter.

Niveau

Herkent een aantal overtredingen en past een aantal spelregels toe; fluit zacht en blijft teveel op een plaats staan.

Niveau

Begint en eindigt het spel op tijd; herkent overtredingen; fluit duidelijk hoorbaar.

Niveau

Begint en eindigt het spel duidelijk en tijdig; herkent overtredingen; fluit duidelijk hoorbaar en voorkomt storend gedrag; volgt het spel van nabij.

Niveau

Volgt het spel accuraat steeds dichtbij; hanteert spelregels duidelijk; fluit tijdig en gepast bij overtredingen; voorkomt storend gedrag ook bij spannende wedstrijden.