Sociale vaardigheden

1. Respect voor elkaar en materiaal

Ik vind het lastig om respect te hebben voor anderen en materialen

Ik werk eraan om vaker respect te hebben voor anderen en materialen

Ik heb respect voor anderen en materialen

Ik heb respect voor anderen en materialen en durf anderen aan te spreken op respectloos gedrag

2. Ontvangen en geven van feedback

Ik vind het lastig om open te staan voor feedback

Ik sta open voor feedback, maar gebruik deze maar af en toe

Ik sta open voor feedback en gebruik deze feedback

Ik sta open voor feedback en ik gebruik dit om mezelf te verbeteren. Ook durf ik feedback aan anderen te geven

3. Samenwerken en hulpverlenen

Ik vind het lastig om samen te werken met anderen

Ik probeer samen te werken. Dit gaat soms goed.

Ik kan samenwerken met anderen

Ik kan samenwerken en help anderen op eigen initiatief

4. Welzijn in de klas

Ik vind dat er geen goede sfeer in de klas aanwezig is.

De sfeer in de groep is aanwezig maar wordt over het algemeen als negatief ervaren

Er is wel een goede sfeer in de groep, het kan op sommige momenten wel beter

De sfeer in de groep is goed en iedereen voelt zich hier goed bij

5. Eigen mening geven

Ik durf absoluut niet mijn eigen mening te geven, bang voor commentaar van anderen

Heel af en toe laat ik doorschemeren wat ik er van vindt

Ik geef mijn mening voorzichtig door, tast wel af wanneer het kan of niet

Ik durf mijn mening wel aan te geven, maakt me niet uit wat anderen er van vinden

6. Pesterijen

Er wordt gepest in de klas

Misschien zijn er pesterijen maar ik ga hier niets over zeggen

Misschien zijn er pesterijen maar ik zie of hoor er nooit wat over

In deze groep spelen er geen pesterijen.

7. Waar sta ik in een groep

Stille, zeg weinig wanneer er dingen beslist moeten worden

Doener, wat er gedaan moet worden doe ik uit eigen initiatief

Volger, Ik doe vaak wat een leidend persoon wil dat er gedaan wordt

Leider, neem vaak het voortouw over beslissingen

8. Wat zou jij willen veranderen in de klas?