Bewegen op muziek_LO2_klas_3 Djembé

1. Inzet

• Je moet steeds aangesproken worden om mee te doen en op te letten.

• Je bent altijd te laat in de les.

• Je levert geen bijdrage in de les.

• Je levert een bijdrage aan de les.
  Je komt afspraken na en bent op tijd in de les.

• Je doet goed mee in de les en hoeft bijna niet aangesproken te worden

• Je levert een positieve en actieve bijdrage.

• Je hoeft niet aangesproken te worden in de les.

• Je stimuleert het gebruik van elkaars kwaliteiten.

• Je stimuleert anderen ook om goed mee te doen.

2. Maat houden

• Je drumt uit de maat.

• Je drumt op de maat.

• Je start op het juiste moment.

• Soms ben je het even kwijt.

• Je drumt in de maat.

• Weet het rimte atltijd te vinden.

• Je helpt anderen in de maat te blijven door hardop mee te tellen en te stimuleren

• Je zit altijd goed in de maat

3. Uitvoering drum (technieken)

• Je zoekt steun bij groepsgenoten, waardoor nogal wat haperingen ontstaan.

• Je kent alle drum technieken een beetje.

• Je kent alle drum techniek goed en voert ze goed uit.

• Je drumt met een ruime bewegingsuitslag.

• Je helpt anderen bij het leren van complexe drumtechnieken.

• Je drumt alles perfect.

4. Expressie

• Je beweegt ingetogen en kijkt naar de grond.

• Je beweegt ingetogen, maar kijkt wel naar het publiek.

• Je drumt met (gezichts-) expressie.

• Je inspireert door jouw drummen ook anderen tot beter drummen.