De armen zijn omhoog maar deels gebogen.
Het lichaam staat recht op maar niet uitgestrekt.
5 punten
De armen zijn gestrekt omhoog.
Het lichaam staat rechtop maar niet gestrekt
10 punten
De armen zijn gestrekt omhoog.
Het lichaam staat helemaal gestrekt
15 punten
De armen zijn gestrekt omhoog.
Het hele lichaam is gestrekt en aangespannen.
20 punten
De armen gaan voorover.
De benen blijven op de grond staan bij de afzet.
5 punten
De armen beginnen omhoog en gaan voorover.
Er wordt een klein stapje gezet met 1 been.
10 punten
De armen beginnen omhoog en gaan voorover.
Er wordt met 1 been al gestrekt naar voren gestapt.
15 punten
De armen beginnen recht op gaan al gestrekt naar voren.
Er wordt met een gestrekt been naar voren gestapt.
20 punten
De armen beginnen gebogen op de grond.
De benen gaan gebogen omhoog.
5 punten
De armen gaan beginnen al gestrekt op de grond.
De benen gaan gebogen omhoog.
10 punten
De armen beginnen al gestrekt op de grond.
1 been gaat gestrekt omhoog en het 2de been volgt gebogen.
15 punten
De armen beginnen gestrekt op de grond.
De benen gaan gestrekt omhoog.
20 punten
De armen staan gebogen op de grond.
De benen zijn niet naast elkaar en ook gebogen.
5 punten
De armen staan gestrekt op de grond.
De benen zijn naast elkaar en gebogen
10 punten
De armen staan gestrekt op de grond
De benen zijn naast elkaar met 1 been gestrekt en 1 gebogen
15 punten
De armen staan gestrekt op de grond.
De benen zijn naast elkaar en beide gestrekt.
20 punten
De benen gaan terug naar de grond en staan niet naar elkaar.
De armen gaan niet omhoog.
5 punten
De benen gaan terug naar de grond en staan niet naast elkaar.
De armen gaan omhoog maar zijn niet gestrekt.
Het lichaam is weer gestrekt.
10 punten
De benen gaan terug naar de grond en staan naast elkaar.
De armen gaan omhoog en zijn compleet gestrekt.
Het lichaam is weer gestrekt.
15 punten
De benen gaan terug naar de grond en staan naast elkaar
De armen gaan omhoog en zijn compleet gestrekt.
Het lichaam is weer compleet gespannen.
20 punten