Integrierte Aufgabe

Präsentation integrierte Aufgabe AIG 2+ Kapitel 3

Uitspraak

Niet goed

Beheerst de klanken van de taal niet goed. Er zijn veel Vlaamse klanken. Veel fouten bij de klinkers (a/ä; u/ü...) en medeklinkers (z, s, w,...). De eind-n wordt niet uitgesproken.

middelmatig

Beheerst de klanken van de taal matig. Er zitten nog vrij veel foutjes in de uitspraak van klinkers, medeklinkers en eind-n.

goed

Beheerst de klanken van de taal voldoende. Af en toe sluipen er nog wat foutjes in, maar in het algemeen is de uitspraak goed.

Perfect

Beheerst de klanken van de taal goed. Klinkt bijna als een moedertaalspreker

Doelgerichte communicatie

Niet goed

Het doel wordt nauwelijks bereikt. De persoon is bijna niet in staat duidelijk te maken wat hij bedoelt.

middelmatig

Het doel wordt bereikt, maar de persoon gebruikt heel eenvoudige zinnen, geen uitgebreide woordenschat en regelmatig grammaticale fouten.

goed

De persoon kan zijn doel bereiken. Hij gebruikt daarbij zowel eenvoudige als samengestelde zinnen. De woordenschat is goed en er zijn weinig tot grammaticale fouten.

Perfect

De persoon kan zijn doel bereiken in correct en gevarieerd taalgebruik, met geen of weinig grammaticale fouten. Er wordt gebruik gemaakt van samengestelde zinnen.

register

Niet goed

De persoon gebruikt 'du' of 'du' en 'Sie' door elkaar.

middelmatig

De leerling gebruikt consequent de beleefdheidsvorm

goed
Perfect