Velden en slaan-honklopen
Je weet nog niet goed waar je moet staan. Je hebt nog moeite om ballen tegen te houden en te verwerken. Je bent nog onbekend met veel regels.
Je kent alle veldposities en staat vaak goed. Je houdt actief ballen tegen en je probeert ze goed te verwerken. Je bent bekend met de regels.
Je kent alle veldposities en beheerst deze, houdt snel ballen tegen en je verwerkt ze snel waardoor lopers uit gaan. Je kent de regels en helpt anderen.
Je staat verkeerd t.o.v. de plaat waardoor slaan nauwelijks lukt. Je weet niet goed wanneer je mag of moet lopen.
Je staat goed t.o.v. de plaat, je raakt de bal vaak en je weet wanneer je mag of moet lopen.
Je varieert in de positie t.o.v. de plaat zodat je de bal kunt sturen, je raakt vaak en weet wanneer je mag of moet lopen.