Turnen, (tip)salto.

Zorg eerst dat je de rechtstandige sprong goed heb afgesloten.

Aanloop en afzet.

Ik zet met 2 voeten af in de trampoline

Ik zet minimaal 1 meter voor de trampoline af

Mijn benen zijn recht als ik afzet in de trampoline.

Zweeffase

Ik spring op het verhoogd vlak.

Ik zet mijn handen meteen op het verhoogd vlak.

Ik tip met mijn handen even het verhoogd vlak aan.

Ik zweef alleen door de lucht tijdens de zweeffase

Draaien over de kop.

Ik maak een draai over de kop.

Ik maak meteen een draai over de kop

Ik draai zonder dat mijn rug het verhoogd vlak raakt.

Ik maak mij klein tijdens de draai over de kop.

Ik draai over de kop op het hoogste punt.

Landing

Ik land bijna altijd op mijn voeten

Ik land alleen op mijn voeten.

Ik blijf staan op de plaats waar ik land.