Ondersteunen van medeleerlingen 1

Je bent in staat om aan het einde van het jaar op een eigen gekozen onderdeel actief hulp te verlenen of te bieden aan een klasgenoot.

Je snapt hoe er hulp verleend dient te worden, maar voert deze niet uit zodra er gesprongen wordt.

Je kan op een correcte manier hulpverlenen.

Je kan op een correcte manier hulpverlenen en staat op tijd klaar.

Je kan op een correcte manier hulpverlenen met een vorm die de ander prettig vindt en staat op tijd klaar. Tijdens de uitvoering beweeg je actief mee.

Je kan op een correcte manier hulpverlenen met een vorm die de ander prettig vindt en staat op tijd klaar. Tijdens de uitvoering beweeg je actief mee. Je biedt uit jezelf hulp aan.