Volleybal LO2
Je serveert regelmatig in het net.
Je serveert regelmatig over het net in het veld.
Je serveert op de open plekken.
Je serveert afwisselend hard en geplaatst.
Je staat te recht op en je verplaatst te weinig om de bal goed te kunnen stoppen.
Je speelt ballen uit.
Je staat klaar in actieve houding.
Je speelt eenvoudig geplaatste ballen door naar een medespeler.
Je beweegt op tijd in de balbaan.
Je speelt moeilijk geplaatste ballen
Je duikt naar moeilijk geplaatste ballen.
Je speelt moeilijk en hard geplaatste ballen.
Je staat ver van het net en volgt de bal te laat.
Je speelt ballen direct door over het net.
Je staat half ingedraaid bij het net en volgt de bal.
Je speelt zo dat een medespeler gericht kan afronden.
Je loopt actief naar de gestopte bal.
Je speelt zodanig dat medespeler gericht en hard kan afronden (smash).
Je haalt moeilijk aangespeelde ballen. Je speelt zodanig dat medespelers met verrassing kunnen scoren.
Je staat te ver/passief om over het net te spelen.
Je speelt ballen ongericht weg.
Je staat actief klaar om af te ronden.
Je speelt ballen gericht over het net.
Je staat klaar voor de smash.
Je speelt ballen hard (smash) of zacht geplaatst over het net.
Je sticht verwarring met schijnaanvallen. Je speelt met schijnacties afwisselend hard en zacht.
Anderen wijzen je op spelregels.
Je geeft geen aanwijzingen.
Je kent spelregels.
Je geeft aanwijzingen.
Je kent spelregels en je past spelregels toe.
Je wijst spelers op veldposities en team afspraken.
Je coacht anderen over spelregels.
Je neemt initiatief bij het bepalen van opstellingen .