LO2 - Turnen - Springen (herhaald springen)

Bron; SLO - LO2 Toetsvoorbeelden van praktische opdrachten.

C1. Herhaald springen. Meerdere springtoestellen en minitrampolines daartussen

Onvoldoende

 Je maakt meerdere sprongen achter elkaar over meerdere toestellen.
 Je springt met tussenveren door over het volgende toestel.

Voldoende

 Je maakt verschillende sprongen achter elkaar over meerdere toestellen.
 Je springt zonder tussenveren door over het volgende toestel

Goed

 Je maakt hoge sprongen over toestellen zonder tussenveren.

Uitstekend

 Je maakt hoge en gevarieerde sprongen zonder tussen veren.
 Je eindigt bijvoorbeeld met salto of overslag.

C2. Herhaald springen. Serie springen op tumblingbaan of grote trampoline

Onvoldoende

 Je maakt serie sprongen met weinig hoogte.
 Je maakt tussensprongen voor controle.

Voldoende

 Je maakt serie sprongen met hoogte.
 Je hebt geen tussensprongen nodig voor controle.

Goed

 Je maakt een serie gevarieerde sprongen met hoogte  Je houdt controle bij landing en afzet.

Uitstekend

 Je maakt een serie gevarieerde sprongen met draaien om lengte en breedte as (overslagen, salto)
 en met hoogte.
 Je houdt controle bij landing en afzet.