Werpen met een vortex ifv speerwerpen.
De greep van de vortex is niet vast omklemd. Jouw vortex wijst niet in de werprichting.
De greep van de vortex is vast omklemd. Jouw vortex wijst niet in de werprichting.
Je hebt de vortex bij de bolle kant vast. Jouw vortex wijst niet altijd in de werprichting.
Je hebt de vortex bij de bolle kant vast. Jouw vortex wijst in de werprichting.
Je hebt de vortex bij de bolle kant vast. Jouw vortex wijst altijd in de werprichting.
Je staat met jouw voeten niet schuin in de werprichting. Je leunt niet naar achteren.
Je staat met jouw voeten schuin in de werprichting. Je leunt niet naar achteren.
Je staat met jouw voeten schuin in de werprichting. Je leunt lichtjes naar achteren.
Je staat met jouw voeten schuin in de werprichting. Je leunt goed naar achteren.
Je staat ingedraaid in de werprichting en je hebt van jouw bovenlijf een spanningsbooggemaakt.
Je brengt jouw werparm niet naar achteren.
Je brengt jouw werparm nauwelijks naar achteren.
Je brengt jouw werparm licht gebogen naar achteren.
Je brengt jouw werparm gestrekt naar achteren.
Je brengt jouw werparm ver gestrekt naar achteren.
Je maakt geen snelheid in je aanloop. Je maakt gebruik van een willekeurig aantal passen. Je loopritme is onjuist.
De rechtervoet wordt niet voorlangs gekruist.
Je maakt enige snelheid in je aanloop. Je maakt gebruik van een foutieve 3-pas aanloop. Je looprritme is onjuist.
De rechtervoet wordt niet voorlangs gekruist.
Je maakt enige snelheid in je aanloop. Je maakt gebruik van een correcte 3-pas aanloop. Je loopritme is af en toe correct.
De rechtervoet wordt voorlangs gekruist.
Je maakt snelheid in je aanloop. Je maakt gebruik van eerst twee wandelpassen en daarna een correcte 3-pas aanloop. Je loopritme is correct.
Je maakt snelheid in je aanloop. Je maakt gebruik van een correcte 5-pas aanloop. Je loopritme is altijd correct. Er is ook duidelijk een versnelling te zien richting werplijn en je blokkeert jouw aanloop.
Je loopt door na jouw aanloop en gooit de vortex ongezien weg. Je gebruikt alleen de kracht van de arm om de vortex te werpen.
Je stopt jouw aanloop waarna je de vortex niet in de werprichting weggooit. Je gebruikt alleen de kracht van de arm om de vortex te werpen.
De aanloop en afworp horen duidelijk bij elkaar. De vortex blijft in de werprichting wijzen. Je gebruikt soms de snelheid vanuit de aanloop en brengt eerst je heup naar voor.
De aanloop loopt vloeiend over in de afworp. Je ziet meestal een krachtige afworp van de vortex vanuit de arm en pols. Je gebruikt meestal de snelheid vanuit de aanloop en brengt eerst je heup naar voor.
De aanloop loopt vloeiend over in de afworp. Je ziet een duidelijke krachtige afworp van de vortex vanuit de arm en pols. Je gebruikt altijd de snelheid vanuit de aanloop en brengt eerst je heup naar voor.
De vortex zwabbert zonder versnelling door de lucht en komt niet in de werpbaan terecht.
De vortex vliegt met een boog door de lucht en komt niet in de werpbaan terecht. De vortex mist sturing en fluit licht.
De vortex vliegt met een boog door de lucht en komt in de werpbaan terecht. De vortex heeft sturing en fluit licht.
De vortex vliegt met een zeer duidelijke boog door de lucht in de werpbaan. De vortex maakt een aaneengeslotengeluid en vliegt zeer stabiel.
Je voert de techniek uitstekend uit, waarbij vrijwel elke worp de voorkant als eerste de grond raakt, waarbij de vortex de hand verlaat in een hoek van ongeveer 45° en waarbij de aanloop niet verder gaat dan de aangegeven pion.
Je lichaam zakt na het werpen in elkaar. Je wijst de vortex nooit na.
Je lichaam zakt na het werpen in elkaar. Je wijst de vortex soms na.
Je lichaam zakt na het werpen soms in elkaar of blijft soms rechtop. Je wijst de vortex soms na.
Je lichaam blijft na het werpen meestal rechtop. Je wijst de vortex vaak na.
Je lichaam blijft na het werpen altijd rechtop. Je wijst de vortex altijd goed na.
Man
< 8 meter 1
< 10 meter 2
Vrouw
< 6 meter 1
< 8 meter 2
Man
< 12 meter 1
< 14 meter 2
Vrouw
< 10 meter 1
< 12 meter 2
Man
< 16 meter 1
< 18 meter 2
Vrouw
< 14 meter 1
< 16 meter 2
Man
< 20 meter 1
< 22 meter 2
Vrouw
< 18 meter 1
< 20 meter 2
Man
< 24 meter 1
< 26 meter 2
Vrouw
< 22 meter 1
< 24 meter 2