Tweepasritme, strekhangzwaai, halve draai en achterwaartse afsprong in 5 zwaaien.
- Ik kan de ringen beetpakken met bijna gestrekte armen
- Ik pak de ringen vast met mijn duimen naast mijn wijsvingers
- Ik sta met beide benen naast elkaar recht onder het ophangpunt
- Ik kan de ringen op de juiste hoogte instellen
- Ik pak de ringen vast met mijn duimen naast mijn wijsvingers
- Ik probeer me op te trekken voor de zwaai
- Mijn armen zijn gestrekt
- Ik pak de ringen vast met mijn duimen om de ring
- Ik sta met 1 been voor zodat er tempo naar voren gemaakt kan worden
- Ik pak de ringen vast met mijn duimen om de ring
- Ik heb mijn lichaam volledig gestrekt
- Ik maak de eerste stap naar achteren om daarna voorwaartse snelheid te creëren
- Ik maak zo nu en dan een twee pas
- Ik schop mijn benen naar voren in de voorzwaai (bol)
- Ik schop mijn benen naar achteren in de achterzwaai (hol)
- Ik maak een twee pas, maar nog niet altijd voor en na het ophangpunt
- Ik richt mijn tenen naar het plafond in de voorzwaai (bol)
- Ik richt mijn hielen naar het plafond in de achterzwaai (hol)
- Ik kan in de voorzwaai op het dode punt een halve draai inzetten en in de achterzwaai terugdraaien
- Ik houd mijn lichaam regelmatig gestrekt tijdens het draaien (gecontroleerd draaien)
- Ik kan in de laatste achterzwaai afremmen en een achterwaartse afsprong maken
- Ik kan mijn lichaam volledig gestrekt houden tijdens het draaien en houd mijn benen tegen elkaar aan
- Ik kan na de draai de twee pas weer vloeiend hervatten met één stap voor en na het ophangpunt
- Ik kan nog niet 5 volledige zwaaien achter elkaar maken
- Ik kan nog niet goed afremmen en vang de afsprong minimaal op met een kniebuiging
- Ik hang de ringen niet stil na het zwaaien
- Ik kan 5 volledige zwaaien uitvoeren
- Ik laat de ringen nog niet los op het dooie punt
- Ik kan de afsprong redelijk goed opvangen met een kniebuiging
- Ik hang de ringen stil na het zwaaien
- Ik kan een afsprongen maken op redelijke hoogte en op het dooie punt, maar rem nog wel af
- Ik hang de ringen altijd stil en draai de ringen een kwartslag voor de volgende zwaaier
- Ik kan een afsprong maken op het hoogste en op het dooie punt zonder afremmen
- Ik hang de ringen stil en draai de ringen een kwartslag voor de volgende zwaaier