Sprongen op de balk
Ik kan de sprongen uitvoeren op een lijn op de grond.
Ik kan de sprongen uitvoeren op een bank.
Ik kan de sprongen uitvoeren op een omgekeerde bank.
///
6
7
8
< 8
Sprongen zijn herkenbaar.
Sprongen hebben voldoende hoogte of zijn afgewerkt.
Sprongen hebben voldoende hoogte en zijn afgewerkt.
Sprongen hebben voldoende hoogte, zijn afgewerkt en hebben een grote amplitude.
Landing is niet stabiel, ik moet van de balk springen.
Landing is niet stabiel, ik blijf wel op de balk. Ik moet veel corrigeren (één voet komt los, veel armzwaaien).
Landing is redelijk stabiel, ik moet weinig corrigeren (voeten blijven op de balk, weinig armzwaaien).
Ik land stabiel en moet (bijna) niet corrigeren.