Ondersteunen van medeleerlingen 2

Je bent in staat om aan het einde van het jaar rekening te houden met de kwaliteiten en verbeterpunten van je klasgenoten.

Je kan een persoonlijk kwaliteit en verbeterpunt noemen.

Je kan een persoonlijk kwaliteit en verbeterpunt noemen en dit navragen bij anderen.

Je kan een persoonlijk kwaliteit en verbeterpunt noemen en dit navragen bij anderen. Je geeft de ander ruimte om fouten te maken.

Je kan een persoonlijk kwaliteit en verbeterpunt noemen en dit navragen bij anderen. Je geeft de ander ruimte om fouten te maken en helpt hem om het beter te doen.

Je kan een persoonlijk kwaliteit en verbeterpunt noemen en dit navragen bij anderen. Je geeft de ander ruimte om fouten te maken, een rol in te nemen die hij prettig vindt en helpt hem om het beter te doen.