Leerdoelen: Het lukt je om.. zonder te wandelen, in ongeveer hetzelfde tempo, je optimale snelheid te behalen.
Je wandelt een aantal keer,
je loopt in een rustig tempo,
afwisselend hard en zacht.
Je wandelt 1 keer wat langer,
Je loopt in een redelijk,
maar wisselend tempo.
Je wandelt één keer kort,
je loopt mooi door,
in een gelijkmatig tempo.
Je loopt van begin tot eind in een snel tempo,
zonder wandelen,
in hetzelfde tempo.