Techniek, tactiek, spelregels en werkhouding/inzet (klas 2)
Neemt een rustig geplaatste bal maar heeft de bal niet onder controle |
Speelt af en toe met de bolle kant en de bal komt soms tegen de voet |
Schiet om doel door te mikken |
Neemt een strak en hard geplaatste bal aan maar heeft moeite met de controle |
Speelt alleen met de platte kant met de schuifslag en bal komt soms tegen de voet |
Schiet, mikt en vaak raak op doel |
Neemt een moeilijk geplaatste bal aan en heeft de bal onder controle |
Speelt altijd met de schuifslag en bal komt zelden tegen de voet |
Schiet vanuit beweging met schuifslag |
Neemt goed aan en geeft snel een pass naar een medespeler met de juiste richting en snelheid |
Beheerst ook de reversed slag |
Schiet en scoort met schuifslag of reversed stick afhankelijk van positie bal en tegenstander |
Schakelt niet of te laat om naar verdedigen |
Loopt mee met de aanval |
Speelt de bal vaak zelf, dit leidt meestal tot balverlies |
Aarzelt tussen dribbelen, passen of schieten |
Schakelt om naar verdedigen |
Loopt vrij van tegenstander |
Probeert de bal naar een ander te spelen, maar is soms te laat |
Kiest op tijd tussen dribbelen, passen of schieten |
Gaat tussen balbezitter en eigen doel staan en probeert de bal te veroveren |
Loopt vrij met veel versnelling en plaatswisseling. |
Geeft de bal op tijd af als een ander in een betere positie staat |
Maakt schijn bij het kiezen, speelt medespelers op maat aan. |
Verovert meestal de bal |
Loopt vrij en krijgt de bal |
Geeft de bal op tijd af als een ander in een betere positie staat , met de juiste snelheid en richting |
Maakt schijn bij het kiezen, speelt medespelers op maat aan met de juiste snelheid en richting. |
Kent alle geleerde regels maar past ze niet toe tijdens het spelen
Begrijpt alle geleerde regels maar neemt soms een verkeerde beslissing
Begrijpt alle geleerde regels en past deze op de goede manier toe
Snapt ook waarom die regels gehanteerd worden.
Zegt weinig of niets tegen anderen |
Werkt met anderen samen met het klaarzetten/ opruimen |
Geeft aan individuele leerling soms een tip |
Toont initiatief bij het klaarzetten/opruimen |
Geeft op een motiverende manier tips aan het hele team |
Geeft tijdens het klaarzetten/opruimen anderen aanwijzingen. |
Kan coachen |
Kan zelfstandig materiaal klaarzetten/opruimen |