Hockey

Techniek, tactiek, spelregels en werkhouding/inzet (klas 2)

Techniek

0 punten
Neemt een rustig geplaatste bal maar heeft de bal niet onder controle
Speelt af en toe met de bolle kant en de bal komt soms tegen de voet
Schiet om doel door te mikken
1 punt
Neemt een strak en hard geplaatste bal aan maar heeft moeite met de controle
Speelt alleen met de platte kant met de schuifslag en bal komt soms tegen de voet
Schiet, mikt en vaak raak op doel
2 punten
Neemt een moeilijk geplaatste bal aan en heeft de bal onder controle
Speelt altijd met de schuifslag en bal komt zelden tegen de voet
Schiet vanuit beweging met schuifslag
3 punten
Neemt goed aan en geeft snel een pass naar een medespeler met de juiste richting en snelheid
Beheerst ook de reversed slag
Schiet en scoort met schuifslag of reversed stick afhankelijk van positie bal en tegenstander

Tactiek

0 punten
Schakelt niet of te laat om naar verdedigen
Loopt mee met de aanval
Speelt de bal vaak zelf, dit leidt meestal tot balverlies
Aarzelt tussen dribbelen, passen of schieten
1 punt
Schakelt om naar verdedigen
Loopt vrij van tegenstander
Probeert de bal naar een ander te spelen, maar is soms te laat
Kiest op tijd tussen dribbelen, passen of schieten
2 punten
Gaat tussen balbezitter en eigen doel staan en probeert de bal te veroveren
Loopt vrij met veel versnelling en plaatswisseling.
Geeft de bal op tijd af als een ander in een betere positie staat
Maakt schijn bij het kiezen, speelt medespelers op maat aan.
3 punten
Verovert meestal de bal
Loopt vrij en krijgt de bal
Geeft de bal op tijd af als een ander in een betere positie staat , met de juiste snelheid en richting
Maakt schijn bij het kiezen, speelt medespelers op maat aan met de juiste snelheid en richting.

Spelregels

0 punten

Kent alle geleerde regels maar past ze niet toe tijdens het spelen

1 punt

Begrijpt alle geleerde regels maar neemt soms een verkeerde beslissing

2 punten

Begrijpt alle geleerde regels en past deze op de goede manier toe

3 punten

 Snapt ook waarom die regels gehanteerd worden.

Werkhouding/inzet

0 punten
Zegt weinig of niets tegen anderen
Werkt met anderen samen met het klaarzetten/ opruimen
1 punt
Geeft aan individuele leerling soms een tip
Toont initiatief bij het klaarzetten/opruimen
2 punten
Geeft op een motiverende manier tips aan het hele team
Geeft tijdens het klaarzetten/opruimen anderen aanwijzingen.
3 punten
Kan coachen
Kan zelfstandig materiaal klaarzetten/opruimen