Basketbal

Leergedrag basketbal

Aanvaller Vrijlopen en aanspelen

Het lukt de speler niet of nauwelijks om in eenvoudige situaties:
- afspeellijnen te creëre
- de bal te controleren

Het lukt de speler om in eenvoudige situaties:
- afspeellijnen te creëren
- de bal te controleren

Het lukt de speler om in complexere situaties:
- aanspeelbaar te zijn
- afspeelmogelijkheid te vinden

Het lukt de speler met veel druk in complexe situaties:
- aanspeelbaar te zijn dvm tempowisselingen en schijnacties (in-out)
- medespeler van elk niveau op maat aan te spelen

Aanvaller Keuze techniek Schot, pass of dribbel

-Ziet niet wanneer hij moet passen of dribbelen.

-schiet niet in kansrijke situatie

-Dribbelt om te scoren, maar gebruikt te veel dribbels.

-schiet als hij vrij staat

-Weet wanneer hij moet passen of dribbelen.

-schiet binnen schot-afstand

Gebruikt dribbel alleen:

-voor snel te scoren,
-om kort ruimte te maken in het spel
-om zo dicht mogelijk bij de basket te scoren

Omschakeling: Aanval ←→ verdediging

-Speler reageert niet of nauwelijks

-Reageert en beweegt naar juiste welke plek in veld, maar is er te laat

-Reageert en beweegt naar juiste welke plek in veld, maar is er op tijd

-Reageert al (anticipeert goed) voordat de bal geschoten is, of hij  moet aanvallen of verdedigen

Verdediger

Het lukt de speler niet of nauwelijks om in eenvoudige situaties:

- een afspeellijn af te schermen
- een bal te veroveren
- een doelpoging te belemmeren

Het lukt de speler om in eenvoudige situaties:

- positie in te nemen tussen doel en aanvaller
- de afspeellijn af te schermen
- de bal te veroveren

Het lukt de speler om in complexere situaties:

- in te schatten wanneer een aanvaller gevaarlijk is
- een doelkans belemmeren
- samenwerken met mede-verdedigers
- bal veroveren

Het lukt de speler om met veel druk in complexe situaties:

- een sturende/coachende rol in te nemen
- fouten van medespelers herstellen