Vaardigheden Basketbal leerjaar 1: Dribbelen & lay-up
Dribbelt door te slaan op de bal i.p.v. te duwen, bal stuitert hoog op, blijft naar de bal kijken en tempo van voortbewegen is laag.
Dribbelt door te duwen op de bal, bal stuitert minder hoog op, blijft naar de bal kijken en tempo van voortbewegen is laag.
Dribbelt door te duwen op de bal, bal blijft onder heuphoogte, kijkt regelmatig om zich heen en tempo van voortbewegen is hoger.
Dribbelt op hoge snelheid en kan makkelijk van richting veranderen, waarbij controle over de bal behouden blijft.
Dribbelt op hoge snelheid zonder te kijken naar de bal. Het lukt goed om van richting te veranderen en beschermt de bal met het lichaam.
Je beheerst niveau 5 en helpt anderen om beter te worden.
Je voert de lay-up zonder dribbel en zonder tweepas-ritme uit.
Je voert de lay-up dribbelend uit zonder tweepas-ritme.
Vanuit de dribbel maak je een tweepas-ritme waarbij je stil komt te staan bij de basket.
Je voert de lay-up met een rustig dribbeltempo in een tweepas-ritme uit.
Vanuit een dribbel ga je met een tweepas-ritme omhoog waarbij de bal op het hoogste punt gespeeld wordt tegen het bord.
Je bent expert op het gebied van de lay-up en je geeft andere tips om beter te worden.