Spel
Het lukt niet om de bal te passen, te ontvangen en met de bal te dribbelen.
Het lukt nog niet altijd om de bal goed te behandelen (passen, controleren, dribbelen).
Je hebt een redelijke balbehandeling en kan de bal gecontroleerd passen en dribbelen.
Je balbehandeling gaat goed en je houdt hierbij overzicht. De gepasste ballen komen vaak goed aan. Je houdt ook rekening met het niveau van de medeleerling bij passen.
Je hebt een natuurlijke balbehandeling met behoud van overzicht
Je bent een expert in bewegen en helpt anderen om beter te worden
Het lukt vrijwel nooit om de bal goed te behandelen en heeft geen overzicht voor samenspel.
Het lukt nog niet altijd om de bal goed te behandelen.
Je hebt overzicht en ziet naar wie de bal naar gepasst kan worden.
Je werkt samen.
Je hebt een redelijke balbehandeling en overziet redelijk veel voor een goede samenspel.
Je balbehandeling gaat goed en je houdt hierbij overzicht.
Je coacht medespelers.
Je stimuleert samenspel door te coachen en aanwijzingen te geven.
Je hebt een natuurlijke balbehandeling met behoud van overzicht
Je bent een expert in bewegen en helpt anderen om beter te worden
Je staat niet betrokken in het veld. Toont geen inzet.
Je staat betrokken in het veld. Je staat vaak op een verkeerde positie, maar probeert met te gaan in de oefening en/of het spel.
Je bent betrokken bij het spel. Je staat op je positie en spelregels pas je toe.
Je bent actief betrokken bij het spel. Je staat goed en spelregels pas je toe. Helpt medespelers en stuurt ze aan waar nodig.
Je bent actief betrokken, hebt een sturende rol. Spelregels pas je in elke situatie toe
Je bent een expert in bewegen en helpt anderen om beter te worden
Je staat niet betrokken in het veld. Je staat steeds in een verkeerde positie. Je past de spelregels niet toe.
Je staat betrokken in het veld. Je kent de spelregels, maar vindt het moeilijk om ze toe te passen. Je probeert een ander te coachen.
Je bent goed betrokken, stimuleert klasgenoten. Je past de spelregels toe en stelt vragen als je het niet weet. Je coacht tijdens het spel/oefening.
Je bent zeer betrokken bij het spel. Je begrijpt de regels en kan ze toepassen. Je coacht, motiveert en stimuleert klasgenoten. Je legt de spelregels uit als je ziet dat een klasgenoot het niet snapt. Geeft tips en aanwijzingen.
Je bent actief betrokken, hebt een sturende rol. Spelregels pas je in elke situatie toe. Je loopt vrij en biedt jezelf aan
Je bent een expert in bewegen en helpt anderen om beter te worden