Bovenhandse toets: eerste graad

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

LPD 2: De leerlingen passen, rekening houdend met hun fysieke capaciteiten, technieken en geleerde vaardigheden toe om eenvoudige, samengestelde en complexe bewegingen uit te voeren.

LPD 12: De leerlingen oefenen zelfstandig eenvoudige taken en bewegingsopdrachten (individueel en in groep).

Bovenhandse toets

Beginnend

Ik vang de bal en gooi hem met twee handen in een ruime boog naar de andere aanvaller.

Matig

Ik vang eerst de bal waarna ik hem voor mijzelf opgooi en met twee handen in een ruime boog naar de andere aanvaller speel. Mijn vingers zijn gespreid, mijn ellebogen staan naar buiten en ik veer mijn armen en benen mee op met de bal.

Goed

Ik speel de bal direct door maar mijn boog is niet altijd hoog genoeg of is te kort/ver.

Zeer goed

Ik speel de bal direct in een ruime boog naar de andere aanvaller. Ik heb enkel nog moeite met mijn lichaamsplaatsing indien ik mij snel moet verplaatsen.

Perfect

Ik speel de bal direct door met een ruime boog naar de andere aanvaller. Ik kan dit ook als de bal niet goed is aangespeeld waardoor ik mij moet verplaatsen.