BSM - Speerwerpen beoordelingscriteria

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Bron; SLO - BSM Toetsvoorbeelden

1. Veiligheid

Onvoldoende

Draagt de speer - buiten de werpzonerechtop met punt naar beneden.

Voldoende

Draagt de speer -buiten de werpzonerechtop met punt naar beneden en houdt zich aan de veiligheidsinstructies.

Goed

Draagt de speer -buiten de werpzonerechtop met punt naar beneden, houdt zich aan de veiligheidsinstructies en heeft oog voor de veiligheid van alle deelnemers tijdens de les.

Uitstekend

Draagt de speer -buiten de werpzonerechtop met punt naar beneden, houdt zich goed aan de veiligheidsinstructies en heeft oog voor de veiligheid van alle deelnemers tijdens de les en coacht medeleerlingen hierin.

2. De aanloop (techniek)

Onvoldoende

Maakt weinig snelheid in de aanloop en brengt de werparm nauwelijks naar achteren.

Voldoende

Maakt snelheid in de aanloop met op het einde ervan kruispassen om een zo gunstig mogelijke afwerphouding (de spanboog) voor te bereiden. De uitstap landt voor de afworplijn.

Goed

Maakt snelheid in de aanloop met op het einde ervan kruispassen waarbij de laatste twee passen worden gebruikt (rem-hef werking) om een zo gunstig mogelijke afwerphouding (de spanboog) voor te bereiden. De uitstap landt voor de afworplijn.

Uitstekend

Maakt snelheid in de aanloop; beweegt de werparm gestrekt achterwaarts; maakt versnellende kruispassen; maakt duidelijke laatste rempas om een goede spanboog te krijgen voor een gunstige afwerphouding; stapt uit na de worp dicht bij de afwerplijn.

3. De spanboog (techniek)

Onvoldoende

Gebruikt alleen de kracht van de arm om de speer te werpen.

Voldoende

Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloopeerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt.

Goed

Brengt met snelheid -vanuit de omschreven eindfase van de aanloop- eerst de heup naar voren waarbij de werparm naar achteren is gestrekt en maakt optimaal gebruik van de -door de rem-hef werking opgebouwde- spanboog.

Uitstekend

4. De afworp (techniek)

Onvoldoende

Werpt de speer van achter de afworplijn en speer landt met de punt als eerste op de grond.

Voldoende

Werpt -vanuit de spanboog- de speer in een rechte lijn van achteren, langs het oor naar voren en de speer landt met de punt als eerste op de grond.

Goed

Werpt - vanuit de spanboog - de speer in een rechte lijn van achteren, langs het oor naar voren waarbij de gebruikte kracht recht door de punt van de speer gaat en de speer landt met de punt als eerste op de grond.

Uitstekend

Werpt - vanuit de spanboog - de speer in een rechte lijn van achteren, langs het oor naar voren waarbij de gebruikte kracht recht door de punt van de speer gaat met een duidelijke versnelling en de speer landt met de punt als eerste op de grond.

5. Het coachen

Onvoldoende

Is vooral met zijn/haar eigen bewegingsverloop bezig.

Voldoende

Kan - op basis van gerichte instructieanalytisch naar een onderdeel van het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en een daar een aanwijzing op geven.

Goed

Kan -op basis van gerichte instructieanalytisch naar het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en daar een aanwijzing op geven.

Uitstekend

Kan analytisch naar het bewegingsverloop van een medeleerling kijken en daar aanwijzingen en voorbeelden op geven.