Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Rubric voor salto springen BSM Havo/VWO
Level 1
|
Level 2
|
Level 3
|
Level 4
|
|
---|---|---|---|---|
Aanloop/afzet | Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan, zet ongelijk af, springt van dichtbij in, weinig of verkeerde armactie. |
Loopt versnellend aan en ondersteunt afzet met armactie. |
Loopt versnellend aan, zet een stuk voor de trampoline af en ondersteunt afzet met armactie. |
Loopt versnellend aan; heeft een grote insprong. Maakt optimaal gebruik van de trampoline met een ondersteunende armactie. |
Zweeffase | Maakt zich niet klein, heeft geen versnelling in draai en geen stijging. |
Heeft gehurkte lichaamshouding, enige versnelling in draai, draaihoogte op schouderhoogte |
Heeft kleine ronde lichaamshouding, versnelling in draai, draaihoogte op hoofdhoogte |
Stijgt eerst, heeft daarna kleine ronde lichaamshouding, draait boven hoofdhoogte |
Landing | Landt ongecontroleerd, instabiel |
Landt in hurkhouding, gecontroleerd, met enkele pasjes en/of lichte correctie van arm/ romp. |
Strekt iets uit voor de landing, landt stabiel/gecontroleerd met enkel pasje en/of lichte correctie van arm/ romp. |
Landt in gestrekte houding stabiel en gecontroleerd tot stilstand. |
Hulpverlening/veiligheid | Heeft ondersteunende hulp nodig, bemoeit zich nauwelijks met een veilige inrichting, staat niet op juiste plaats, past vangtechnieken toe, maar straalt weinig vertrouwen uit |
Heeft lichte ondersteunende hulp nodig; richt situaties veilig in; staat op juiste plaats om te helpen; past juiste vangtechnieken toe om medeleerling adequaat hulp te bieden. |
Voert sprong zelfstandig uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; biedt adequaat hulp; straalt vertrouwen uit naar medeleerling. |
Voert sprong alleen uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; kan ook onder moeilijkere omstandigheden de juiste hulp te bieden |
Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan, zet ongelijk af, springt van dichtbij in, weinig of verkeerde armactie.
Loopt versnellend aan en ondersteunt afzet met armactie.
Loopt versnellend aan, zet een stuk voor de trampoline af en ondersteunt afzet met armactie.
Loopt versnellend aan; heeft een grote insprong. Maakt optimaal gebruik van de trampoline met een ondersteunende armactie.
Maakt zich niet klein, heeft geen versnelling in draai en geen stijging.
Heeft gehurkte lichaamshouding, enige versnelling in draai, draaihoogte op schouderhoogte
Heeft kleine ronde lichaamshouding, versnelling in draai, draaihoogte op hoofdhoogte
Stijgt eerst, heeft daarna kleine ronde lichaamshouding, draait boven hoofdhoogte
Landt ongecontroleerd, instabiel
Landt in hurkhouding, gecontroleerd, met enkele pasjes en/of lichte correctie van arm/ romp.
Strekt iets uit voor de landing, landt stabiel/gecontroleerd met enkel pasje en/of lichte correctie van arm/ romp.
Landt in gestrekte houding stabiel en gecontroleerd tot stilstand.
Heeft ondersteunende hulp nodig, bemoeit zich nauwelijks met een veilige inrichting, staat niet op juiste plaats, past vangtechnieken toe, maar straalt weinig vertrouwen uit
Heeft lichte ondersteunende hulp nodig; richt situaties veilig in; staat op juiste plaats om te helpen; past juiste vangtechnieken toe om medeleerling adequaat hulp te bieden.
Voert sprong zelfstandig uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; biedt adequaat hulp; straalt vertrouwen uit naar medeleerling.
Voert sprong alleen uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in, aangepast aan wensen medeleerling; kan ook onder moeilijkere omstandigheden de juiste hulp te bieden