HNE_Organiseren en begeleiden_LO2_klas_3

Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.

Organiseren en begeleiden

1. Voorbereiden

Onvoldoende

 Je bereidt je spullen slecht voor.

Voldoende

 Je bereidt je spullen voor.

Goed

 Je bereidt je spullen goed en op tijd voor

Uitstekend

 Je helpt anderen bij de voorbereiding.

2. Samenwerken

Onvoldoende

 Er zijn geen afspraken, iedereen doet maar wat.

Voldoende

 Anderen maken de taakverdeling.

Goed

 Je maakt samen met anderen de taakverdeling.

Uitstekend

 Je neemt initiatief om de taken te verdelen.

3. Taak uitvoeren

Onvoldoende

 Je voert jouw taken slecht uit.
 Je laat anderen het werk doen.
 Je neemt veel pauze.

Voldoende

 Je voert jouw taken uit

Goed

 Je voert jouw taken goed uit.

Uitstekend

 Je voert jouw taken perfect uit.
 Je voegt nieuwe zaken toe aan jouw taken.
 Je helpt anderen bij hun taak.

4. Begeleiden activiteit

Onvoldoende

 Je staat of zit bij een activiteit.

Voldoende

 Je begeleidt de activiteit als teller of scheidsrechter.

Goed

 Je geeft uitleg en instructie bij de activiteit.

Uitstekend

 Je moedigt de deelnemers aan en stimuleert hen om mee te doen.

5. Initiatief nemen

Onvoldoende

 Je wacht af en laat anderen alles regelen.

Voldoende

 Je neemt regelmatig zelf het initiatief om taken uit te voeren.

Goed

 Je neemt vaak het initiatief om taken uit te voeren.

Uitstekend

 Je biedt ongevraagd jouw hulp waar dat nodig is.

6. Presenteren

Onvoldoende

 Je kleding is niet in orde.
 Je spreekt de deelnemers onvriendelijk aan.

Voldoende

 Je kleding is in orde.
 Je spreekt de deelnemers vriendelijk toe.

Goed

 Je bent behulpzaam naar de deelnemers.

Uitstekend

 Je sportieve gedrag, inzet en taalgebruik zijn een voorbeeld voor de deelnemers.