Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Leerjaar 2 periode 3
Net begonnen
|
In ontwikkeling
|
Al veel bereikt
|
Klaar voor de volgende uitdaging
|
|
---|---|---|---|---|
Hulpverlenen | Je vangt helemaal niet tijdens de oefening van een klasgenoot. (Ik sta niet actief klaar) |
Je staat niet altijd actief klaar voor het vangen en je timing van vangen is niet altijd goed. |
Je staat actief klaar, je loopt mee met de oefening (indien nodig) en je timing is goed. Je houdt elke keer je klasgenoot vast. |
Alles bij "al veel bereikt" en je geeft je klasgenoot een veilig gevoel tijdens de oefening. |
Lichaamshouding | Ik heb nog niet voldoende controle over mijn lichaam waardoor ik nog niet de juiste houding voor de oefening laat zien. |
Ik maak soms wel de juiste beweging maar kan mijn lichaam tijdens de oefening niet constant in deze positie houden. |
Ik kan regelmatig de juiste beweging maken en mijn lichaam vaak tijdens de oefening in deze positie houden. |
Ik maak altijd de juiste beweging en ik heb constant controle over de houding van mijn lichaam tijdens de oefening. |
Balans | Ik vind het nog moeilijk om zelfstandig in balans te blijven. |
Bij een gedeelte van de oefening lukt het mij om zelfstandig in balans te blijven. |
Het lukt mij om tijdens het grootste gedeelte van de oefening in balans te blijven. |
Het lukt mij om volledig in balans te blijven tijdens de gehele oefening. |
Feedback geven | Ik vind het nog moeilijk om goed te kijken naar de beweging van een klasgenoot en daarbij feedback te formuleren. |
Het lukt mij om goed te kijken naar de beweging van een klasgenoot maar ik vind het nog moeilijk om dit om te zetten naar feedback. |
Het lukt mij om goed te kijken naar de beweging van een klasgenoot en kan dit regelmatig omzetten naar feedback. |
Ik kan direct feedback koppelen aan de beweging die mijn klasgenoot laat zien. |
Feedback ontvangen | Ik vind het best moeilijk om feedback te ontvangen en ervaar dit vaak als kritiek. |
Als ik feedback krijg kijk ik of ik iets aan de feedback heb. Soms pas ik mijn werk naar aanleiding van de feedback aan, soms ook niet. |
Als ik feedback krijg luister ik naar wat er gezegd wordt. Ik zie feedback als een kans om mijn werk te verbeteren. |
Ik kan goed omgaan met feedback krijgen. Ik filter de belangrijke informatie en pas mijn beweging aan om te verbeteren. |
Je vangt helemaal niet tijdens de oefening van een klasgenoot. (Ik sta niet actief klaar)
Je staat niet altijd actief klaar voor het vangen en je timing van vangen is niet altijd goed.
Je staat actief klaar, je loopt mee met de oefening (indien nodig) en je timing is goed. Je houdt elke keer je klasgenoot vast.
Alles bij "al veel bereikt" en je geeft je klasgenoot een veilig gevoel tijdens de oefening.
Ik heb nog niet voldoende controle over mijn lichaam waardoor ik nog niet de juiste houding voor de oefening laat zien.
Ik maak soms wel de juiste beweging maar kan mijn lichaam tijdens de oefening niet constant in deze positie houden.
Ik kan regelmatig de juiste beweging maken en mijn lichaam vaak tijdens de oefening in deze positie houden.
Ik maak altijd de juiste beweging en ik heb constant controle over de houding van mijn lichaam tijdens de oefening.
Ik vind het nog moeilijk om zelfstandig in balans te blijven.
Bij een gedeelte van de oefening lukt het mij om zelfstandig in balans te blijven.
Het lukt mij om tijdens het grootste gedeelte van de oefening in balans te blijven.
Het lukt mij om volledig in balans te blijven tijdens de gehele oefening.
Ik vind het nog moeilijk om goed te kijken naar de beweging van een klasgenoot en daarbij feedback te formuleren.
Het lukt mij om goed te kijken naar de beweging van een klasgenoot maar ik vind het nog moeilijk om dit om te zetten naar feedback.
Het lukt mij om goed te kijken naar de beweging van een klasgenoot en kan dit regelmatig omzetten naar feedback.
Ik kan direct feedback koppelen aan de beweging die mijn klasgenoot laat zien.
Ik vind het best moeilijk om feedback te ontvangen en ervaar dit vaak als kritiek.
Als ik feedback krijg kijk ik of ik iets aan de feedback heb. Soms pas ik mijn werk naar aanleiding van de feedback aan, soms ook niet.
Als ik feedback krijg luister ik naar wat er gezegd wordt. Ik zie feedback als een kans om mijn werk te verbeteren.
Ik kan goed omgaan met feedback krijgen. Ik filter de belangrijke informatie en pas mijn beweging aan om te verbeteren.