Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Bron; SLO - BSM Toetsvoorbeelden
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
Uitstekend
|
|
---|---|---|---|---|
1. Moeilijkheidswaarde* | Verhoogd vlak/ minitr: - koprol - koprol tot lig Kast breedte/ minitr: - wendsprong |
Verhoogd vlak/ minitr: - handstand platvallen Kast breedte/ minitr: - hoge wendsprong - overslag (met hulp**) Bankenbaan: - arabier Mat: - arabier |
Verhoogd vlak/ minitr: - ½ draai handstand platvallen Kast/ minitr: - overslag - arabier Kast/plank: - overslag (met hulp**) Bankenbaan: - overslag Mat: - (loop) overslag (evt. + plank) |
Kast lengte/ minitr: - overslag Kast breedte/ plank: - arabier of ½ draai in - overslag Mat: - (loop)overslag |
2. Aanloop/afzet | Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan; zet ongelijk af; springt van dichtbij in; weinig of geen ondersteunende armactie. |
Loopt versnellend aan en ondersteunt afzet met juiste armactie. |
Loopt versnellend aan; springt van minimaal 1,5 meter aan en ondersteunt afzet met armactie. |
Loopt versnellend aan; springt van ongeveer 2 meter afstand in en maakt optimaal gebruik van afzettoestel met een ondersteunende armactie. |
3. Eerste zweeffase | Heeft gebogen lichaam, geopende benen en/of kromme armen. |
Heeft enigszins gehoekt lichaam. |
Heeft duidelijke zweeffase met gestrekt lichaam. |
Heeft ruime zweeffase, met gestrekt lichaam. |
4. Steunfase/afzet toestel | Heeft kromme armen, gebogen sterk gehoekt lichaam en lang contact. |
Heeft wat gebogen armen, gehoekt lichaam, schouders voorbij handen, weinig stijging van lichaam na afzet. |
Heeft lichaam gestrekt, schouders boven handen, enige stijging na kort contact met toestel. |
Heeft schouders voor handen, lichaam gestrekt en kort kaatsend contact met duidelijke stijging van lichaam. |
5. Tweede zweeffase | Heeft gebogen/gehurkt lichaam, nauwelijks lichaamsspanning |
Heeft gehoekt lichaam, maakt een soort kipbeweging. |
Heeft lichaam gestrekt. |
Heeft lichaam gestrekt. |
6. Landing | Is ongecontroleerd, instabiel |
Is stabiel, gecontroleerd, met enkele pasjes en/of correctie door arm/romp. |
Is stabiel, gecontroleerd met enkel pasje en/of lichte correctie arm/ romp. Landing minimaal 1,5 m voorbij toestel. |
Is stabiel, gecontroleerd tot stilstand. Landing minimaal 2 meter voorbij toestel. |
7. Hulpverlenen / Veiligheid | Heeft ondersteunende hulp nodig; bemoeit zich nauwelijks met een veilige inrichting; staat niet op de juiste plaats; past vangtechnieken toe, maar straalt weinig vertrouwen uit. |
Heeft lichte ondersteunende hulp nodig; richt situaties veilig in; staat op juiste plaats om te helpen; past juiste vangtechnieken toe om adequaat hulp te bieden. |
Voert sprong zelfstandig uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in aangepast aan wensen medeleerling; staat op juiste plaats om adequaat hulp te verlenen; straalt vertrouwen uit. |
Voert sprong alleen uit, met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in aangepast aan wensen medeleerling; kan ook onder moeilijkere omstandigheden de juiste hulp te bieden. |
Verhoogd vlak/ minitr: - koprol - koprol tot lig Kast breedte/ minitr: - wendsprong
Verhoogd vlak/ minitr: - handstand platvallen Kast breedte/ minitr: - hoge wendsprong - overslag (met hulp**) Bankenbaan: - arabier Mat: - arabier
Verhoogd vlak/ minitr: - ½ draai handstand platvallen Kast/ minitr: - overslag - arabier Kast/plank: - overslag (met hulp**) Bankenbaan: - overslag Mat: - (loop) overslag (evt. + plank)
Kast lengte/ minitr: - overslag Kast breedte/ plank: - arabier of ½ draai in - overslag Mat: - (loop)overslag
Loopt langzaam, met kleine pasjes, onregelmatig aan; zet ongelijk af; springt van dichtbij in; weinig of geen ondersteunende armactie.
Loopt versnellend aan en ondersteunt afzet met juiste armactie.
Loopt versnellend aan; springt van minimaal 1,5 meter aan en ondersteunt afzet met armactie.
Loopt versnellend aan; springt van ongeveer 2 meter afstand in en maakt optimaal gebruik van afzettoestel met een ondersteunende armactie.
Heeft gebogen lichaam, geopende benen en/of kromme armen.
Heeft enigszins gehoekt lichaam.
Heeft duidelijke zweeffase met gestrekt lichaam.
Heeft ruime zweeffase, met gestrekt lichaam.
Heeft kromme armen, gebogen sterk gehoekt lichaam en lang contact.
Heeft wat gebogen armen, gehoekt lichaam, schouders voorbij handen, weinig stijging van lichaam na afzet.
Heeft lichaam gestrekt, schouders boven handen, enige stijging na kort contact met toestel.
Heeft schouders voor handen, lichaam gestrekt en kort kaatsend contact met duidelijke stijging van lichaam.
Heeft gebogen/gehurkt lichaam, nauwelijks lichaamsspanning
Heeft gehoekt lichaam, maakt een soort kipbeweging.
Heeft lichaam gestrekt.
Heeft lichaam gestrekt.
Is ongecontroleerd, instabiel
Is stabiel, gecontroleerd, met enkele pasjes en/of correctie door arm/romp.
Is stabiel, gecontroleerd met enkel pasje en/of lichte correctie arm/ romp. Landing minimaal 1,5 m voorbij toestel.
Is stabiel, gecontroleerd tot stilstand. Landing minimaal 2 meter voorbij toestel.
Heeft ondersteunende hulp nodig; bemoeit zich nauwelijks met een veilige inrichting; staat niet op de juiste plaats; past vangtechnieken toe, maar straalt weinig vertrouwen uit.
Heeft lichte ondersteunende hulp nodig; richt situaties veilig in; staat op juiste plaats om te helpen; past juiste vangtechnieken toe om adequaat hulp te bieden.
Voert sprong zelfstandig uit met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in aangepast aan wensen medeleerling; staat op juiste plaats om adequaat hulp te verlenen; straalt vertrouwen uit.
Voert sprong alleen uit, met vanger voor veiligheid; richt situaties veilig in aangepast aan wensen medeleerling; kan ook onder moeilijkere omstandigheden de juiste hulp te bieden.