P1 - Spel - Volleybal
Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
|
Niveau 1
|
Niveau 2
|
Niveau 3
|
Niveau 4
|
Niveau 5
|
|
|---|---|---|---|---|---|
| Service | De service gaat met een ruime boog en is vaak fout. |
De service gaat met een ruime boog en is vaak goed. |
De service gaat strak over het net en is vaak fout. |
De service gaat strak over het net en is vaak goed. |
De leerling speelt een strakke bal die geplaatst is. |
| Onderhands | De bal wordt gespeeld met beide handen los van elkaar. |
De bal wordt gespeeld met de handen bij elkaar, maar niet in elkaar gevouwen. |
De bal wordt gespeeld met de handen op de juiste manier in elkaar gevouwen. |
De bal wordt gespeeld met de onderarmen. |
De leerling kan met de juiste techniek de bal geplaatst spelen. |
| Bovenhands | De bal wordt gespeeld met vlakke handen. |
De bal wordt gespeeld met de handen in een driehoek. |
De bal wordt gespeeld met de handen in een driehoek en wordt geduwd door de armen. |
De bal wordt gespeeld met de handen in een driehoek en wordt geduwd door de armen en de benen veren mee. |
de leerling kan met de juiste techniek de bal geplaatst spelen. |
| Spel | De leerling staat in het veld, maar doet niet actief mee. |
De leerling staat in het veld, is actief, maar staat niet goed. |
De leerling staat actief in het veld en begrijpt waar hij of zij staan moet. |
De leerling staat actief in het veld, begrijp waar hij of zij staan moet, en draait zelfstandig door. |
De leerling stuurt zijn team genoten en kent de spelregels goed. |
Service
De service gaat met een ruime boog en is vaak fout.
De service gaat met een ruime boog en is vaak goed.
De service gaat strak over het net en is vaak fout.
De service gaat strak over het net en is vaak goed.
De leerling speelt een strakke bal die geplaatst is.
Onderhands
De bal wordt gespeeld met beide handen los van elkaar.
De bal wordt gespeeld met de handen bij elkaar, maar niet in elkaar gevouwen.
De bal wordt gespeeld met de handen op de juiste manier in elkaar gevouwen.
De bal wordt gespeeld met de onderarmen.
De leerling kan met de juiste techniek de bal geplaatst spelen.
Bovenhands
De bal wordt gespeeld met vlakke handen.
De bal wordt gespeeld met de handen in een driehoek.
De bal wordt gespeeld met de handen in een driehoek en wordt geduwd door de armen.
De bal wordt gespeeld met de handen in een driehoek en wordt geduwd door de armen en de benen veren mee.
de leerling kan met de juiste techniek de bal geplaatst spelen.
Spel
De leerling staat in het veld, maar doet niet actief mee.
De leerling staat in het veld, is actief, maar staat niet goed.
De leerling staat actief in het veld en begrijpt waar hij of zij staan moet.
De leerling staat actief in het veld, begrijp waar hij of zij staan moet, en draait zelfstandig door.
De leerling stuurt zijn team genoten en kent de spelregels goed.