Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Leerlingen doen per 2 een bewegingsactiviteit met kleuters.
Steunen: je herkent het niet
|
Steunen: je ziet het af en toe
|
Steunen: Je creëert vertrouwen en geborgenheid (erkent snel de gevoelens van een kleuter en reageert gepast)
|
|
---|---|---|---|
AD 5: Binnen een welomschreven opdracht Pedagogisch handelen, 5.6: Elementen in de pedagogische relatie verduidelijken, toelichten en aanwenden | Je creëert geen vertrouwen omdat je de gevoelens van de kleuter niet kan erkennen. |
Je erkent de gevoelens af en toe |
Je kan de gevoelens inschatten, als je het toch niet kan dan spreek je de kleuter aan. |
AD 5: Binnen een welomschreven opdracht Pedagogisch handelen, 5.6: Elementen in de pedagogische relatie verduidelijken, toelichten en aanwenden | Je geeft geen voorbeeld en moedigt ook niet aan |
Je geeft het voorbeeld maar je moedigt niet aan |
Je geeft het voorbeeld en je moedigt aan |
AD 5: Binnen een welomschreven opdracht Pedagogisch handelen, 5.6: Elementen in de pedagogische relatie verduidelijken, toelichten en aanwenden | Je stelt geen grenzen en treedt ook niet consequent op |
Je stelt grenzen maar treedt daarna niet consequent op |
Je stelt geen grenzen maar treedt wel consequent op |
BD/OMC 5: je kan bewegingssituaties alleen of in groep organiseren en aanpassen aan de deelnemers | Je kan het niet organiseren, niet aanpassen aan de deelnemers |
Je kan organiseren maar niet aanpassen aan de deelnemers |
Je kan organiseren en past aan als het nodig is |
PD/OZC&SF 24: Je kan en wil samen overleggen over en keuzes maken uit het mogelijke activiteitenaanbod van de school | Overleg is moeilijk voor je, je wil het enkel doen zoals jij het wil |
Je maakt een compromis maar het blijft moeilijk en je laat dit ook voelen aan je medeleerling |
Je kan je eigen idee best opzij zetten en werkt dan ook nog goed verder |
Je creëert geen vertrouwen omdat je de gevoelens van de kleuter niet kan erkennen.
Je erkent de gevoelens af en toe
Je kan de gevoelens inschatten, als je het toch niet kan dan spreek je de kleuter aan.
Je geeft geen voorbeeld en moedigt ook niet aan
Je geeft het voorbeeld maar je moedigt niet aan
Je geeft het voorbeeld en je moedigt aan
Je stelt geen grenzen en treedt ook niet consequent op
Je stelt grenzen maar treedt daarna niet consequent op
Je stelt geen grenzen maar treedt wel consequent op
Je kan het niet organiseren, niet aanpassen aan de deelnemers
Je kan organiseren maar niet aanpassen aan de deelnemers
Je kan organiseren en past aan als het nodig is
Overleg is moeilijk voor je, je wil het enkel doen zoals jij het wil
Je maakt een compromis maar het blijft moeilijk en je laat dit ook voelen aan je medeleerling
Je kan je eigen idee best opzij zetten en werkt dan ook nog goed verder